De Zwartkopgors is een zaadetende zangvogel die zich bij voorkeur in gesloten, bosachtige landschappen ophoudt. De mannetjes zijn in het zomerkleed gemakkelijk te herkennen aan hun zwarte kop en gele onderdelen. De soort broedt in Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië overwintert in India en komt in West-Europa alleen als dwaalgast voor.
Een gele gors met een zwarte muts
In onze streken broeden vier gorzensoorten (Grauwe gors, Geelgors, Rietgors en Ortolaan); twee zijn hier vaste wintergasten (IJsgors en Sneeuwgors) en ongeveer twaalf komen alleen als dwaalgast voor. Zo’n dwaalgast is ook de Zwartkopgors. Mannetjes in zomerkleed zijn heel herkenbaar met hun diepzwarte kop en felgele onderdelen, sterk afstekend bij de roodbruine rug en de donkerbruine, ze meer op hun saai bruine vrouwtjes en jongen, die ook nauwelijks te onderscheiden zijn van die van de Bruinkopgors.
Goede zanger
Die mannetjes hebben een luide, heldere vogelstem, zoals alle gorzen. Ze beschikken over een groot repertoir van roepgeluiden, waaronder”tist” of “tsie”, “pijuup” of “tjilp”, in de vlucht ook een druppelend “pluut”. De melodieuze zang wordt ingeleid met een reeks korte tonen (“tzi” of “psit”) en afgesloten met een langere, blikkerig klinkende frase (“sjirri sjirri sjirrlie sjuurrluu sjuurrluu”).
Ervaren vogelaars zullen daar iets van de zang van de Ortolaan in herkennen.
Gevarieerde kost
Tijdens het voedselzoeken laat de Zwartkopgors zich als een energiek vogeltje kennen, dat zonder pauze rondscharrelt in de struiken en bomen van zijn bosachtige leefomgeving. In het winterhalfjaar leeft hij in hoofdzaak van zaden, maar in de zomermaanden leveren insecten een belangrijke bijdrage aan zijn voedselpakket.
Nest in een struik
Zwartkopgorzen broeden verscholen tussen de takken van een struik of een wijnstok, of op de grond, in dichte begroeiing. Het nest zit nooit meer dan een meter van de grond af. Het wordt uit plantenstengels, dunne twijgjes en bladeren samengevlochten en van binnen gestoffeerd met haren, worteldraadjes, dons en andere comfort verhogende materialen. Het vrouwtje produceert één legsel per jaar, van vier of vijf blauwgroene, gevlekte eieren. Die worden in 10 tot 15 dagen uitgebroed. Nadat ze uit het ei zijn gekropen, worden de jongen door beide ouders gevoerd. Ze vliegen na ongeveer twee weken uit.
De dikke, kegelvormige snavel is een aanpassing aan een dieet dat vooral uit zaden bestaat.
Trekvogel
Wanneer de zomer ten einde loopt, trekken de Zwartkopgorzen in zuidoostelijke richting weg naar hun Indiase overwinteringsgebieden.Daar sluiten ze zich graag aan bij groepjes verwante gorzensoorten, vooral Bruinkopgorzen, maar ook heel andere zangvogels zoals vinkachtigen. Gezamenlijk stropen ze het platteland af op zoek naar voedsel.
Voedsel
De Zwartkopgors heeft een stevige, kegelvormige snavel, ongeveer als die van de Huismus; daarmee kan hij gemakkelijk de harde schillen van zaden openbreken. Deze gors is dan ook in hoofdzaak een zadeneter, maar verrijkt zijn menu in de zomer met insecten. Zijn jongen krijgen de eerste dagen uitsluitend insecten toegediend, maar gaan daarna allengs meer zaden eten. Door zijn gemengde voedselkeuze kan de Zwartkopgors zich in uiteenlopende milieus handhaven, ook wanneer insecten er ontbreken.
Verwante soorten
De Zwartkopgors behoort tot het geslacht Emberiza, dat met circa 38 soorten in de Oude Wereld vertegenwoordigd is. De naaste verwant is de Bruinkopgors (Emberiza bruniceps) uit Centraal-Azië, die zich eender gedraagt. Op plaatsen waar de broedarealen van beide soorten elkaar overlappen, worden bastaarden worden gevormd. De Ortolaan (Emberiza hortu/ana) lijkt door zijn zang op de Zwartkopgors. De Geelgors (Emberiza citrinella) komt uiterlijk overeen door het vele geel op kop en lichaam.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Bij ons verdwaald of verwilderd
Zwartkopgorzen moet je vooral in Zuidoost-Europa zoeken; hun meest westelijke broedplaatsen liggen in Zuidoost-Frankrijk. Tijdens de trek verdwalen ze echter af en toe in West-Europa. Ook in ons land is de soort al verscheidene malen waargenomen. Maar pas op: in sommige gevallen zou het om ontsnapte kooivogels kunnen gaan.
Bij voorkeur in dichte begroeiingen
Zwartkopgorzen hebben een voorkeur voor lage, maar vrij dichte begroeiingen zoals Zuidoost-Europese wijn- of boomgaarden en olijvenbosjes, alsook steppe- en heidevegetaties met veel bomen of struiken Maar ze bezoeken ook meer open terreinen zoals graslanden en akkers, vooral in de winter. Dan worden ze als schadelijk ervaren, omdat ze zich in troepjes op het zaaigoed storten. Hun voorkomen blijft beperkt tot het laagland. De meeste in West-Europa waargenomen Zwartkopgorzen zijn mannetjes in zomerkleed.
Trekvogel
De Zuid-Europese winters zijn de Zwartkopgorzen niet warm genoeg; daarom trekken ze in de herfst weg naar Noord -west-lndia. Eind april of begin mei keren ze uit die streken weer terug op hun broedplaatsen om daar dan tot in augustus te blijven. De voornaamste broedgebieden liggen aan de Adriatische kust van Italië, in Dalmatië, Griekenland, Turkije, het Nabije en het Midden-Oosten.
Waar zie je ze?
In het voorjaar belanden Zwartkopgorzen die uit India terugkeren soms in WestEuropa, De meeste waarnemingen worden hier langs de zeekust gedaan, zowel in West-Frankrijk als in Nederland. De dichtstbijzijnde broedplaatsen bevinden zich in de Provence (Marseille, Nice).
Bastaardering
De Zwartkopgors is nauw verwant aan de Bruinkopgors. In Iran overlappen hun broedgebieden elkaar en blijken beide soorten daadwerkelijk met elkaar te bastaarderen Daarom werden ze een tijdlang als vormen van één soort gezien, wat later werd herzien omdat de arealen verder grotendeels gescheiden zijn en de mannetjes in hun uiterlijk heel duidelijke verschillen vertonen.
Illegale handel
Vanwege hun sterke gestel, hun stralende kleuren en kunstige zang worden sinds vele jaren Zwartkop- en andere gorzen uit de natuur weggevangen en als kooivogel verhandeld. In 1991 heeft India een verbod ingesteld op de handel in wilde zangvogels. In verband daarmee worden nog slechts kleine aantallen dieren legaal in West-Europa geïmporteerd. Maar via illegale handelsnetwerken komen nog steeds veel in het wild gevangen exotische vogels in Europa terecht. Plaatselijk hebben zich uit gevangenschap ontsnapte Zwartkopgorzen in boomrijke parken en tuinen gevestigd.
Status van de soorten
Binnen de Europese Unie is de Zwartkopgors beschermd krachtens Bijlage II van het Verdrag van Bern. Op wereldschaal is de soort niet bedreigd. Wel worden nog steeds vogels uit de vrije natuur weggevangen voor de handel in siervogels.