De sympathieke, wat potsierlijke Zanglijster, met zijn bolle, roomwitte borstje vol donkerbruine vlekjes, weet wel de aandacht te trekken door zijn ver dragende, melodieuze, uitdrukkingsvolle zang. Toch is hij schuchter van aard; hij prefereert koele, vochtige plaatsen, zoekt de veilige dekking van bosschages en heggen.
Een talentvolle zanger in de achtertuin
De Zanglijster uit onze tuinen, parken en bossen heeft zijn naam ten volle verdiend, gezien zijn welluidende zang, doorregen met imitaties van andere vogels. De wetenschappelijke naam, die is afgeleid van Grieks phi/os ‘minnend’ en melos ‘wijsje, melodie’, verwijst ook naar dat vocale talent. De energiek en krachtig voorgedragen zang van deze vogel bestaat uit korte, herhaalde frasen van heldere, zuivere klank. Dat liedje is vanaf de vroege lente hoorbaar.
Kleedje vol vlekken
De Zanglijster is onder meer te herkennen aan de talrijke bruinzwarte vlekjes, overal op zijn witachtige buik en zijn iets meer geelachtige borst. De veren op de kop, de rug en de vleugels zijn donkerbruin. In de vlucht zijn de geelachtige okselveren te zien. Er is geen uiterlijk verschil tussen mannetjes en vrouwtjes.
In bosjes en tuinen
Zanglijsters komen algemeen voor in struwelen, parken en tuinen, waar ze ook graag nestelen. Ze zoeken hun voedsel meestal op de grond en laten zich daarbij goed bekijken, bijvoorbeeld op gazons en andere groene veldjes, of onder parkbomen. Buiten de bewoonde gebieden zijn ze echter een stuk schuwer en krijg je ze minder gemakkelijk te zien.
Onvindbaar nest
Het baltsritueel van de Zanglijster is nogal sober. Het ontbreekt de dieren een beetje aan kleur, maar ze maken dat goed door hun kordate zang van korte strofes, telkens na een keer of drie verruild voor een ander melodietje. Het broedpaar bouwt zijn nest in een struik of wat hogere heester; het zit altijd hee goed verborgen achter dicht loof. Het vrouwtje construeert een keurig kommetje van plantenstengels, twijgjes, worteltjes, dorre blaadjes, plukjes mos en korstmos… De binnenzijde wordt bekleed met modder en snippertjes vermolmd hout. Het vrouwtje legt daarin drie tot zes eieren. De jongen zijn bedekt met lang, vaalrood dons. Ongeveer twee weken na het uitkomen verlaten ze het nest, al zijn ze pas na een dag of twintig volleerde vliegers. Na een jaar gaan ze zelf aan de voortplanting deelnemen. De Zanglijster kiest altijd een hoge zitplaats om er zijn melodieuze zang te laten horen.
Nachtelijke trek
Een deel van onze Zanglijsters trekt ‘s winters weg naar het zuiden. Veel dieren uit Centraal-Europa brengen de winter in Frankrijk door, of nog verder weg (Italië, Spanje, Portugal, Noord-Afrika). De trek vindt alleen ‘s nachts plaats; overdag houden ze zich op in bossen, op akkers of op begroeide hellingen.
Voedsel
Zanglijsters houden er gevarieerde eetgewoonten op na. Ze lusten graag slakken, waarvan ze de huisjes tegen stenen, boomwortels of harde grond stukslaan. Ze voeden zich ook met regenwormen en insectenlarven, vooral in perioden van droog weer. In herfst en winter eten ze bessen en andere vruchten (ook valappels en zo meer), zaden en wat er nog aan insecten te vinden is. Van de steenvruchten van Klimop eten ze wel het rode vruchtvlees, maar niet de giftige zaden; hetzelfde bij kersen, waarvan ze alleen het steeltje laten zitten. In de wijnstreken van Europa proberen ze in de herfst bij de druiventrossen te komen.
Gedrag
Zanglijsters zoeken rennend en huppend voedsel op de grond, met hangende vleugels. Bij verstoring zoeken ze laagvliegend een veilig heenkomen in de buurt; anders dan de Grote lijster, die hoog opvliegt, naar een verre tak.
Verwante soorten
De Zanglijster behoort tot de lijsterfamilie Turdidae, net als de Merel en de Roodborst.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Nog wel algemeen, maar zwaar vervolgd door jagers
De Zanglijster is in veel Zuid-Europese landen geen beschermde soort en lijdt daar zware verliezen als gevolg van de jacht. Dat leidde reeds tot een forse achteruitgang in de aantallen Zanglijsters elders in Europa. Bij ons valt het nog mee, en in Frankrijk nemen de aantallen ondanks de jacht de laatste jaren zelfs weer een beetje toe.
Belangrijke rol
Zanglijsters leven vanouds in struwelen en bossen, en spelen daar een belangrijke rol bij de verspreiding van bepaalde planten. De zaden uit opgegeten bessen (vooral die van Maretak) worden namelijk met de mest uitgescheiden. Soms blijven ze hinderlijk aan de veren plakken, zodat het dier zijn achterwerk tegen takken moet schuren om ze kwijt te raken. Zo krijgt de parasitaire Maretak meer kansen om zich op takken te vestigen.Zanglijsters eten graag slakken. Ze breken de huisjes open door ze met de snavel tegen de grond te slaan, of tegen een steen die zo als aambeeld dient.
Achteruitgang
De Zanglijster is nog wel algemeen in de Europese cultuurlandschappen, maar uit fijnschalig onderzoek naar de dichtheid van de populaties blijkt dat de aantallen Zanglijsters in twintig jaar tijd met 30% zijn gedaald.
Voederen, beschermen
Zanglijsters leven soms innig samen met mensen; je ziet ze ook geregeld in villawijken, en zelfs op kerkhoven midden in grote steden. Toch bezoeken ze zelden voedertafels. Fruit (vooral gedroogde ozijnen) en vetbollen — daarop komen ze nog wel eens af.
Zijn de boeren de boosdoeners?
De Europese Unie (EU) voert een gezamenlijke landbouwpolitiek die tot doel heeft de productiviteit te vergroten; daartoe moedigt zij grondgebruikers aan om graslanden te ontwateren, heggen op te ruimen, monocultures aan te leggen en kwistig met kunstmest te strooien. Deze praktijkenleiden tot habitatvernietiging en verarming van de voedselketen. Dat de werkzaamheid van de EU-landbouwpolitiek nu is uitgebreid naar de landen van Centraal- en Oost-Europa die recent tot de Unie zijn toegetreden, baart de biologen grote zorgen, want tot dusverre golden die landen als reservoirs van biodiversiteit. Ondanks alles is in sommige landen, waaronder Frankrijk, de laatste jaren een geringe netto-toename van de aantallen Zanglijsters aangetoond. Kennelijk beschikt deze vogelsoort over een opmerkelijk aanpassingsvermogen.
Zwaar bejaagd
Intussen heeft de Zanglijster, omdat hij geen beschermde soort is, het zwaar te verduren onder de jacht, vooral in Zuid-Frankrijk, Italië en Spanje. De op de trek in dichte zwermen passerende Zanglijsters zijn een gemakkelijk doelwit voor de jagers.
Toenemende aantallen
Uit tellingen onder auspiciën van het Parijse Museum van Natuurlijke Historie blijkt dat de Zanglijster-populatie in Frankrijk tussen 1989 en 2001 met meer dan 50% is toegenomen. Bij ons zijn de aantallen stabiel.