De Withalsvliegenvanger is een sierlijk zangvogeltje, dat door habitatvernietiging met uitsterving wordt bedreigd. Het is bovendien een trekvogel, die alleen naar Europa komt om er te broeden. Daarbij vertoont hij een voorkeur voor Oost- en Midden-Europa; hij komt niet verder dan Noord-Frankrijk. Hij vertoont veel gelijkenis met de Bonte vliegenvanger.
Een zeldzame insectenjager
De Withalsvliegenvanger is een zangvogel van bescheiden afmetingen met een tamelijk gedrongen lijfje en een ronde kop. Op de grond neemt hij dikwijls een sterk opgerichte houding aan. Hij heeft vrij lange, iets puntige vleugels, wat erop wijst dat hij snel kan vliegen. De staart is vrij kort en recht afgesneden. De vrij kort en afgeplat, met een brede basis. De snavel vorm is een aanpassing aan het vangen van insecten in de vlucht. Ook de vrij korte, dunne pootjes zijn zwart. De soort is echter het beste te herkennen aan het verenkleed, met name dat van de mannetjes in de zomer.
Contrastrijk kleed
In de broedtijd dragen de mannetjes hun geheel uit zwarte en witte veren samengestelde zomerkleed. De kop is zwart, alleen het voorhoofd en de kin zijn wit en door een zwart bandje tussen oog en snavel gescheiden. Rond de hals loopt een witte band. Bij de Balkanvliegenvanger wordt die band in de nek door een brede zwarte strook tussen kruin en rug onderbroken. Ook de keel, de borst en de buik zijn wit. De rug en de staart zijn zwart, de vleugels zwad met een brede witte band. De stuit is lichtgrijs. Bij de vrouwtjes en in het winterkleed van de mannetjes zijn de contrasten minder sterk. Alle donkere delen zijn hier bruingrijs.
Holenbroeder
Zijn nest legt de Withalsvliegenvanger in een boomholte aan, dikwijls in een oude eik. Het hol zit meestal vrij hoog en is doorgaans van een smalle ingang voorzien. Daarbinnen maakt de vogel een nestje van plantendelen zoals blaadjes, verdroogd gras en plukjes mos. De bodem wordt belegd met zachte vezels en haren. Met de constructie van dat nest wordt pas in mei begonnen. Het vrouwtje legt er uiterlijk begin juni vijf tot acht lichtblauwe eieren in en broedt die vervolgens op haar eentje in 13 tot 15 dagen uit. Bij het uitkomen dragen de jongen een dun jasje van donkergrijs dons. Dat wordt in de volgende weken geleidelijk door gewone veren van het volwassen kleed vervangen. De jongen zijn nestblijvers. Ze vliegen na 16 of 17 dagen uit en worden dan spoedig onafhankelijk van hun ouders. Van de levensverrichtingen van deze soort zijn we overigens nog niet zo goed op de hoogte. Over de andere Europese soorten, met name de Grauwe vliegenvanger, is veel meer bekend. De Withalsvliegenvanger broedt in holtes van bomen en brengt zijn jongen groot met de insecten die hij in de vlucht vangt.
Voedsel
Withalsvliegenvangers leven bijna uitsluitend van insecten, die ze in de vlucht vangen. Zien ze een vliegende prooi, dan achtervolgen ze die met wijdgeopende snavel en vissen hem uit de lucht. Hun brede, afgeplatte snavel maakt dat een beetje eenvoudiger. Je ziet deze vogels ook wel eens even stilhangen in de lucht om een insect te grijpen. In het algemeen duren hun vluchtjes om op insecten te jagen maar kort, meestal niet langer dan nodig is om van de ene tak naar de andere te vliegen. In zijn voedselkeuze verschilt de Withalsvliegenvanger duidelijk van de Bonte vliegenvanger, die graag spinnen en rupsen en in de nazomer ook wel bessen eet.
Verwante soorten
De Grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata) is in West-Europa en ook in Nederland veel algemener. Hij broedt vrij talrijk in bosranden, parken en tuinen. Ook dit is een trekvogel die in Afrika overwintert . De Kleine vliegenvanger (Ficedula parva) is kleiner en met een oranje keel bonter gekleurd.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Verknocht aan oude loofbossen
De Withalsvliegenvanger heeft een uitgesproken voorkeur voor oude eiken- of beukenbossen, waar hij ideale broedgelegenheid vindt. Helaas worden veel van die oude bossen gekapt en daardoor wordt deze soort nu ernstig in zijn voortbestaan bedreigd. Hij is elk jaar maar kort in Europa te zien, want na de broedtijd keert hij ijlings terug naar Afrika.
Bossen, parken en boomgaarden
De Withalsvliegenvanger broedt bij voorkeur in lichte bossen met hier en daar oude bomen waarvan de stammen vol holen en gaten zitten. Daarin vindt hij precies de habitat die hij voor zijn voortplanting nodig heeft, want het is een holenbroeder die het liefst in oude bomen nestelt. Je vindt hem dus vooral in loofbossen, maar hij komt ook in boomgaarden, parken en lommerrijke tuinen voor. De Withalsvliegenvanger broedt bij voorkeur in bossen met oude, zwaarstammige eiken. Hoewel hij bossen met zwaarstammige eiken prefereert, komt hij ook in beukenbossen voor. Het bos hoeft niet natuurlijk te zijn; het mag ook een door mensen aangeplant en beheerd eikenbos zijn, temidden van bospercelen waarin ten behoeve van de houtproductie geregeld wordt gekapt.
Waar zie je ze?
Het Forêt de la Reine op het plateau van Woëvre nabij Toul in Frans Lotharingen (Lorraine) is beroemd om zijn populatie Withalsvliegenvangers. Andere goede plekjes in Europa zijn de bossen bij Marchegg (Oostenrijk), Bialowieza (Polen) en Aggtelek (Hongarije).
‘s Winters in Afrika
De Withalsvliegenvanger broedt in delen van Midden- en Oost-Europa, van Frankrijk via Zuid-Duitsland en Oostenrijk tot in Italië, Griekenland en de Kaukasus. Hij ontbreekt in Noord-Europa (afgezien van Oland en Gotland) en komt alleen als dwaalgast in West-Europa voor, ook heel af en toe bij ons. De populaties in de Balkan en de Kaukasus worden ook wel als aparte soort (Balkanvliegenvanger, Ficedula semitorquata) opgevat. Aan het eind van de zomer zoeken
alle Withalsvliegenvangers hun winterverblijven in de tropische delen en het oosten van Afrika op.
Net niet in België
De Withalsvliegenvanger komt dus alleen naar Europa om er te broeden. De eerste individuen komen in april aan en de laatste vertrekken halverwege september Vanuit ons land gezien bevinden de dichtstbijzijnde broedplaatsen zich in het noordoosten van Frankrijk, al is de soort daar bepaald niet algemeen. In de aangrenzende Belgische Ardennen zijn nog geen broedgevallen vastgesteld.
Status van de soort
De Withalsvliegenvanger is terecht een beschermde soort in Europa, want hij dreigt uit te sterven door vernietiging van zijn voorkeurshabitat die bestaat uit bossen met zwaarstammige eiken. De omvang van de Franse broedpopulatie wordt op iets meer dan 1000 broedparen geschat.
Leefgebied De Withalsvliegenvanger
De Withalsvliegenvanger broedt in Midden- en Oost-Europa, maar hij overwintert in de tro-pische en oostelijke delen van Afrika. In de Balkanlanden en de Kaukasus komt de nauwverwante Balkanvliegenvanger (F. semitorquata) voor, die ook wel als ondersoort wordt opgevat.