In vergelijking met onze inheemse, meer algemene Turdidae is de Siberische lijster een bijzondere vogel. Dat geldt althans voor de mannetjes, met hun grote, witte wenkbrauwstreep, die sterk afsteekt bij het donkere verenpak. De gespikkelde bruine vrouwtjes zijn eerder als lijsters herkenbaar. De soort is in West-Europa een zeldzame dwaalgast.
Bruine vrouwtjes, zwarte mannetjes
De Siberische lijster vertoont alle kenmerken van lijsters: het is een donkere vogel met een heleboel vlekjes op de borst en de buik ; althans bij vrouwtjes. Hij wordt ook ongeveer even groot als andere lijsters (22 cm maar stevige snavel en dito poten.
Verschillende kleden
Mannetjes van de Siberische lijster zien er heel anders uit dan vrouwtjes Het vrouwtje heeft diepbruine bovendelen en lichte onderdelen met zwermen opvallende spikkels en het mannetje is geheel zwart of zeer donkergrijs, afgezien van zijn brede, witte wenkbrauwstrepen en wat groezelig wit op de achterbuik. Het vrouwtje heeft ook meer tekening op de keel en de wangstreek.Jonge mannetjes in hun eerste winter onderscheiden zich overigens duidelijk door hun lichter grijze verenkleed en een met dat van de vrouwtjes vergelijkbaar streeppatroon op de kop.
Schuwe vogel
De Siberische lijster gaat er bij de geringste storing vandoor, waardoor hij niet gemakkelijk te observeren is als hij op de grond en tussen de takken scharrelt, of wanneer hij zijn nestjongen voedsel brengt . In juni is de kans groter om ergens in de top van een conifeer een zingend mannetje aan te treffen. Ook tijdens de trek laten de dieren zich iets vaker zien en dan meestal in groepjes. Maar daarvoor moet je wel in Azië zijn! Het vrouwtje van de Siberische lijster lijkt op een Zanglijster, al zijn haar vlekjes schubvormig en niet rond.
Eiwitrijk dieet
Het nest wordt hoog in een boom aangelegd, en totdat de jongen uitgevlogen en zelfstandig geworden zijn, dragen beide oudervogels bij aan de verzorging van het broedsel. Daarvoor zijn, vanaf de dag van het uitkomen, vier weken nodig. De nestjongen worden gevoed met insecten, insectenlarven en aardwormen. Dat zijn eiwitrijke, voedzame zaken die hun ouders zelf ook eten. Toch is hun dieet minder gevarieerd dan dat van volwassen vogels, want die eten ook vruchten en zaden.
Geluid
Je kunt de zang van de Siberische lijster het best beluisteren in de broedtijd vanaf juni. Zoals bij lijsters en merels gebruikelijk is, laat het mannetje zijn lied vanaf een hoge zitplaats op de omgeving neerdalen. Bij deze soort bestaat de zang uit een reeks fluitende tonen, die niet erg luid worden gezongen en over het geheel vrij monotoon zijn.
Beetje raamkunde
De Griekse geslachtsnaam Zoothera kan het best vertaald worden als ‘jachtdier’. Het geslacht werd in 1832 door de Britse ornitholoog Nicholas Vigors (1785-1840) onder die naam opgesteld.
Verwante soorten
In West-Europa is af en toe de Goudlijster (Zoothera dauma) te zien, ook een dwaalgast uit Siberië: een goudbruine, volledig (boven en onder) met zwarte schubvlekjes overdekte vogel. Op de ondervleugel is net als bij de Siberische lijster in de vlucht een zwarte baan tussen twee witte banden zichtbaar.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een lijster uit koele taigabossen
De Siberische lijster bewoont de kille wouden in het noorden van Azië, maar alleen ‘s zomers. Wanneer de herfst aanbreekt, trekt hij naar Zuidoost-Azië weg, waar hij in kleine troepjes overwintert. In juni keert hij terug in de boreale taiga om er te broeden.
Van de taiga naar de tropen
De Siberische lijster is een langeafstandstrekker die in de herfst aan een lange reis naar het zuiden begint. Hij begeeft zich dan naar Zuidoost-Azië, van India en China tot Indonesië.Tijdens de trek sluit hij zich graag aan bij troepjes andere kloeke zangvogels. Hij wordt dan zelfs bij menselijke nederzettingen gezien In de overwinteringsgebieden houdt hij zich ook vaker in open terrein op, bijvoorbeeld aan bosranden. Het Baikalmeer in Zuidoost-Siberië is een goede plek om de Siberische lijster te gaan bekijken.
Habitat: bossen
‘s Zomers leeft de Siberische lijster in diepe wouden met dichte ondergroei in het noorden van Azië. In die taigabossen domineren zeer winterharde naaldbomen (sparren, zilversparren, lariksen), maar de Siberische lijster is er tevens te vinden in loofbossen van wilgen of berken. Verder vestigt hij zich op drassige of moerassige plaatsen, waar vaak rijkelijk voedsel van allerlei soort te vinden is.
Status van de soort
Binnen de Europese Unie geniet de Siberische lijster als zeldzame trekvogel strikte bescherming. In Azië is de soort niet bedreigd, maar wordt hij op zijn best ‘plaatselijk’, ‘vrij’ of ‘betrekkelijk’ algemeen genoemd (resp. in Siberië, China en Japan).
Wijdverspreide soort
De Siberische lijster komt in heel Siberië vrij talrijk voor. Natuurbeschermers hebben geen zorgwekkende achteruitgang vastgesteld die opname op de Rode Lijst van bedreigde soorten nodig maakt. Wel blijft waakzaamheid geboden, want de vogels lopen grote risico’s tijdens de trek. Daarnaast kan de klimaatopwarming hen schaden, bijvoorbeeld doordat concurre rende soorten verder noordwaalts gaan broeden.
Zelden in Europa
Ten westen van het reguliere broedareaal is de Siberische lijster een onregelmatig verschijning. Tijdens de trek verdwaalde individuen worden vooral in Scandinavië en Oost-Europa waargenomen. Van de Britse Eilanden komt een twintigtal meldingen. In onze streken is de soort maar een paar keer gezien (voornamelijk in de 19de eeuw), in Frankrijk slechts eenmaal (1982). Meestal worden de dwaalgasten hier in gezelschap van inheemse lijsters waargenomen, en dan vooral ( geheel volgens hun gewoonte ) in bossen, boomgaarden en tuinen.
Waar zie je ze?
Het 31.500 km2 grote Baikalmeer is een van de grootste meren op aarde. Het vormt een uiterst waardevol natuurgebied, onder meer omdat daar diep in Siberië honderden vogelsoorten voorkomen. De Siberische lijster is een van de vogels die ‘s zomers de oevers van het meer bevolken.