Vroeger werden de Schreeuwarend en de Bastaardarend als vormen van dezelfde soort opgevat. Dat maakt het lastig oude waarnemingsgegevens correct te interpreteren. Ook nu worden de soorten nog vaak verward. Beide zijn bruin en broeden in Oost-Europa. Maar wie goed kijkt naar het verenkleed kan de vogels van elkaar onderscheiden.
Een kleine arend met lichtbruine bovendelen
De Schreeuwarend is een van de kleinere arenden in Europa. Het vrouwtje kan 65 cm lang worden; het mannetje blijft iets kleiner. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. Jonge vogels zijn te herkennen aan de lichte vlekken op hun hals en rug Ze krijgen het volwassen kleed pas als ze vier of vijf jaar oud zijn.
Afwisselend menu
Schreeuwarenden passen hun voedselgewoonten gemakkelijk aan bij het prooiaanbod in de klimaatgordel waar ze zich toevallig bevinden. Ze eten net zo graag woelmuizen, mollen, konijnen, hermelijnen en andere kleine zoogdieren, als kleine of middelgrote vogels, of amfibiën, of reptielen zoals hagedissen en schildpadden. En als zulk levend voedsel schaars wordt, nemen ze ook genoegen met aas. Ze schrikken er zelfs niet voor terug andere roofvogels de buit af te jagen.
Grond- en luchtjager
De Schreeuwarend is in de eerste plaats een loerjager. Daartoe neemt hij plaats in een boom, vanwaar hij urenlang naar potentiële prooien uitkijkt. Maar hij kan ook vanuit de lucht jagen. Dan vliegt hij op een hoogte van enkele tientallen meters rondjes boven
moerassen en graslanden. Ontdekt hij
tijdens zo’n patrouillevlucht een prooi, dan duikt hij er met aangeheven vleugels en voorwaarts gestrekte poten op neer en slaat er schielijk de klauwen in. Daarna sleurt hij zijn slachtoffer door de lucht mee naar zijn roofvogelhorst. Maar het komt ook wel voor dat de Schreeuwarend een prooi op de grond al rennend achtervolgt. Vaak gaat het dan om een kikker of een hagedis, maar ook wel eens om een groter insect.
Schreeuwerig manntje
Zodra de volwassen dieren in het voorjaar hun broedplaatsen hebben bereikt, beginnen de baltsceremonies. Schreeuwarenden gaan vaak voor het leven een paarbinding aan en keren elk voorjaar terug op hun vaste broedplaats. Ze voeren daar met veel lawaai baltsvluchten uit. De mannetjes roepen daarbij voortdurend en luidkeels “ki-juuk” of iets van gelijke strekking. Daarop laten beide vogels zich een eind omlaag vallen om daarna weer op te trekken. Op die manier krijgt de baltsvlucht een sterk golvend verloop. Op zoek naar prooien vliegt de Schreeuwarend vaak rondjes boven zijn jachtterrein.
Broedgewoonten
Het nest of ‘horst’ is een groot platform van takken hoog in een boom. Het wordt vaak jaren achtereen gebruikt. Er komen twee witte eieren in te liggen, die door beide ouders 6 tot 7 weken worden bebroed. Bij het uitkomen hebben de jongen een witte donsjas. Het oudste jong wordt door de ouders voorgetrokken en is vaak het enige dat overleeft. Het is na ongeveer 12 weken zelfstandig.
Verwante soorten
De naaste verwant van de Schreeuwarend binnen de familie Accipitridae is de Bastaardarend (zie onder). Ook de Steppearend (Aquila nipa/ensis), de Spaanse keizerarend (Aquila adalbefll) en de Steenarend (Aquila chrysaetos) zijn vergelijkbaar. De Steppearend uit Azië verschilt door zijn donkere verenkleed (zonder wit op de bovenstaart) en de ver uitstekende kop. De Spaanse keizerarend heeft een lichte kop en een tweekleurige staart en leeft uitsluitend in bosgebieden in Spanje. De Steenarend is donkerbruin met een goudbruine kop en wordt veel groter (spanwijdte circa 2,20 m).
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Oost-Europees en gebonden aan bossen
De Europese populaties van de Schreeuwarend lijken op dit moment redelijk stabiel, maar de soort wordt in sommige gebieden door grootschalige ontbossing in zijn voortbestaan bedreigd. De mooie Oost-Europese roofvogel is in hoge mate aangewezen op omvangrijke bosgebieden om met succes te kunnen broeden.
Graslanden en bossen
In de broedtijd betrekken Schreeuwarenden gewoonlijk nesten in bosgebieden Het maakt hen kennelijk niet uit of er loofbos, gemengd bos dan wel naaldbos groeit. Ze broeden zowel in het laagland als in gebergten tot op 1800 m hoogte. Wel hebben bepaalde populaties een voorkeur voor berkenbossen, andere voor essen- of sparrenbossen. De Schreeuwarend is een indrukwekkende dagroofvogel die lange trektochten maakt. Schreeuwarenden vestigen zich in de buurt van water. Verder moet er veel grasland of lage moerasbegroeiing aanwezig zijn, want alleen in open terrein kunnen ze goed jagen. ‘s Winters vliegen ze rond boven de Afrikaanse savanne.
Gebeurtenis
In 2005 heeft een paartje Schreeuwarenden in de Franse Jura gebroed. Die gebeurtenis baarde veel opzien, want de soort is ook in Frankrijk zeer zeldzaam en het laatste bekende broedgeval in dat land dateerde uit de 19de eeuw.
Twee deelpopulaties
In West-Europa komt de Schreeuwarend alleen als dwaalgast voor. De vogel broedt alleen in Midden- en Oost-Europa in Oost Duitsland, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Polen, Oekraïne, Wit-Rusland en de Balkanlanden. Het areaal zet zich voort in Turkije, Noord-Iran en verder. Zo zijn er broedpopulaties in India, Nepal, Bhutan en Bangladesh.
Lange trektochten
Die Indiase populaties gedragen zich als standvogels, maar de Europese en West-Aziatische broedvogels verlaten in de herfst hun broedgebieden en trekken naar Afrika weg. Ze vliegen overdag in groepen. Omdat ze niet graag boven de zee vliegen, volgen ze de kustlijn en ronden ze de Middellandse Zee aan de oostkant. Bij de Bosporus zijn wel eens bijna 9000 passerende Schreeuwarenden op één herfstdag geteld.In Afrika vestigen de meeste Schreeuwarenden zich in Zambia, Tanzania, Zimbabwe en Mozambique. Maar het overwinteringsgebied strekt zich in feite uit van oostelijk Zuid-Afrika noordwaafts tot in Soedan, en westwaarts tot in Namibië en Angola. De vogels aanvaarden de terugreis als bij ons de winter afloopt en bereiken eind maart of begin april hun broedplaatsen.
Aantallen
De totale wereldpopulatie van de Schreeuwarend wordt op 20.000 broedparen geschat. Daarvan hebben 7000 tot 8000 broedparen hun broedterritoria in Midden- en Oost-Europa. Met 3000 tot 3500 broedparen heeft Wit-Rusland de grootste broedpopulatie.