De Roodoogvireo is gemakkelijk te herkennen aan zijn grijze kruin en rode oog, beide ingevat in witte en zwarte strepen. Het is een vrij kloeke zangvogel met groenachtige bovendelen. Hij hoort thuis in Amerika, waar hij heel algemeen is. Maar omdat tijdens de herfsttrek wel eens exemplaren verdwalen, wordt de vogel soms ook in West-Europa gezien.
Een Amerikaantje met sprekende ogen
De Roodoogvireo wordt ongeveer zo groot als een Koolmees of een Huismus, maar door zijn dikke kop, de stevige snavel en de korte staaft maakt hij een wat gedrongen indruk, bijna als een IJsvogel, ook al wordt die nog iets groter en heeft hij een veel zwaardere snavel. Mannetjes en vrouwtjes zijn uiterlijk eender.
Rood oog, olijfgroene rug
De Roodoogvireo is een sierlijk vogeltje met fris olijfgroene bovendelen en een spierwitte buik. Maar vooral de eigenaardige koptekening met de afwisselend witte en zwarte strepen en de blauwgrijze kruin helpt ons deze zeldzame dwaalgast in het veld te herkennen. En dan heeft hij ook nog bloedrode oogjes; in elk geval de volwassen vogels, want bij eerstejaars jongen is de iris bruiner. van kleur. De poten, ten slofte, zijn grijs met een mooie loodglans, en tamelijk lang.
Amerikaanse groep
Roodoogvireo’s worden zelden in Europa waargenomen. In feite zijn alle leden van de familie Vireonidae Amerikaans. Maar een paar soorten raken af en toe in ons werelddeel verdwaald. De kans om hier een exemplaar aan te treffen is dus verwaarloosbaar klein. Wie Roodoogvireo’s wil zien, moet de Atlantische Oceaan oversteken. Daar zijn de vogels in hun natuurlijke leefomgeving te bewonderen.Roodoogvireo’s houden zich vooral in uitgestrekte loofbossen op. Maar ze komen geregeld in de buurt van menselijke nederzettingen en willen zelfs wel eens broeden in een grote boom in een park of een tuin.
‘s Zomers insecten, ‘s winters vruchten
Het menu van de Roodoogvireo is gebaseerd op insecten en spinnen,die in de boomkruinen worden opgespoord en gevangen. Her en der rondvliegend en altijd druk in de weer, plukt hij de rupsjes en andere larven vanonder de blaadjes en uit de schorsspleten vandaan. Daarvan wemelt het in de zomermaanden, en dat is maar gelukkig, want ze zijn bijzonder voedzaam en vormen het ideale voedsel voor de jongen van de Roodoogvireo.In de heffst, wanneer insecten schaars worden, eten deze vogels ook wel bessen en andere kleine vruchten. De Roodoowireo is een typische boombewoner
Voortplanting
De broedparen blijven verenigd voor de duur van één broedseizoen. Het komvormige nest wordt door het vrouwtje aangelegd. Schorsstukjes, grassprietjes en spinrag dienen als bouwmateriaal en het nest wordt van binnen bekleed met donsve haren. Vaak wordt het opgehangen i n een takvork van een loofboom, soms hoog boven de grond. Het vrouwtje legt drie tot vijf eieren en broedt die in ongeveer twee weken uit. De jongen worden door ongeveer een maand gevoed, waarna ze zelfstandig gaan leven.
Verwante soorten
Tot de naaste verwanten van Roodoogvireo behoort de PhiladVireo philadelphicus), die ook Noord Amerika broedt, maar in de herfst niet verder trekt dan Mexico en Midden-Amerika hij heeft eveneens een grijze kruin en grijs-groene bovendelen, maar de onderdelen zijn meer of minder geel van tint.Verder mist hij de brede, witte wenkbrauwstreep van de Roodoogvireo en is zijn oogiris niet roodachtig maar donkerbruin.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een zeldzame dwaalgast in West-Europa
De Roodoogvireo komt in ons werelddeel alleen als dwaalgast voor. Je ziet hem bijna alleen
in de herfst en uitsluitend op de Britse eilanden en langs de West-Europese vastelandkust;
heel af en toe ook in onze streken. In Amerika komt hij met diverse ondersoorten voor.
Daarvan is de nominaatvorm het algemeenst, en alleen die is af en toe in Europa aanwezig.
Thuis in beide Amerika’s
Aan de overzijde van de Atlantische Oceaan is de Roodoogvireo ‘s zomers in Noord-Amerika te vinden, van Canada tot de Golf van Mexico. In de herfst trekt de populatie merendeels naar de grote bosgebieden intropisch Amerika om te profiteren van een warm klimaat en een rijk voedselaanbod. Maar de meest noordelijke broedvogels trekken niet verder dan het zuiden van de Verenigde Staten. Het karakteristieke koppetje van de Roodoogvireo is in Europa maar zelden te zien.
Soms verdwaald
Net als diverse Noord-Amerikaanse lijsterachtigen worden ook Roodoogvireo’s tijdens de herfsttrek soms naar het oosten gedreven. Ze worden dan door krachtige westenwinden meegevoerd en belanden zo in de kustgebieden van West-Europa.Zo heeft een aantal vogels ooit zelfs Marokko, Spanje, Italië en Malta bereikt. Het gaat altijd om kleine aantallen.Zelfs op de Britse eilanden is de soort nauwelijks 100 keer waargenomen. Je kunt dus niet van wintergasten spreken; Roodoogvireo’s zijn zuivere dwaalgasten en het lijkt onwaarschijnlijk dat ze de weg naar hun broedplaatsen ooit terugvinden.
Aantallen
Vroeger was de Roodoogvireo een van de algemeenste bosvogels in Amerika. De soort .is wel iets in aantal achteruitgegaan, maar nog altijd wijdverspreid.De totale populatie wordt nu op ongeveer 140 miljoen exemplaren geschat.
Nuttig vogeltje
Van nature leven Roodoogvireo’s in uitgestrekte loofbossen. Ze maken daar ijverig jacht op insecten. Daardoor hebben ze zich bij Noord-Amerikaanse bosbouwers bijzonder geliefd gemaakt, want zo vangen ze veel plaagdieren weg, zoals slakken of rupsen en andere insectenlarven die vraatschade veroorzaken in jonge bosaanplant.Dat geldt overigens ook voor vele Amerikaanse zangers uit de familie Parulidae.
Bedreigingen
De populaties van de Roodoogvireo lijken van jaar tot jaar te slinken. Dat ze zulke goede insectenjagers zijn, blijkt ook tegen ze te kunnen werken. De pesticiden die in de bosbouw worden gebruikt tegen boomparasieten, vernietigen ook veel vireo-broedsels en vormen een bedreiging voor de soort. Overigens lopen de dieren in Amerika ook tijdens de trek grote risico’s.Omdat ze vooral ‘s nachts reizen, raken ze tussen de hoogbouw in stedelijke gebieden verblind door het vele kunstlicht, waardoor ze zich tegen ruiten te pletter vliegen.
Waar zie je ze?
In Europa worden Roodoogvireo’s vooral op IJsland en de Britse eilanden inclusief Ierland vrij regelmatig waargenomen. Ook in Bretagne is hij bijna een geregelde gast. In Noord-Amerika is het een gewone bosvogel die zich in de broedtijd gemakkelijk laat vinden door zijn onafgebroken zang.