De Nachtzwaluw is een schuwe, wat mysterieuze vogel. Het is de enige Europese vertegenwoordiger van zijn orde; hij verblijft hier overigens alleen in de broedtijd. Hij leeft van insecten en is 's nachts actief; dankzij zijn bruine en grijze schutkleuren kan hij overdag ongezien op een boomtak of tussen planten op de grond liggen rusten.
Een nachtelijke insectenjager
De Nachtzwaluw is alleen in de schemering en het nachtelijk duister actief; overdag zit hij bijna onzichtbaar te rusten op de grond of op een boomtak.
Perfecte camouflage
De Nachtzwaluw is een zeer herkenbare vogel, met zijn grote kop en taps toelopende lichaam; de snavel lijkt erg klein, maar er zit een zeer wijde mondspleet achter. Hij is niet gemakkelijk te vinden, omdat hij door zijn schutkleuren zo volledig opgaat in zijn omgeving. Het overwegend grijsbruine, met zwarte en roestrode vlekjes besprenkelde verenkleed maakt hem bijna onzichtbaar tegen boomschors of dor gebladerte. Bovendien gaat hij in bomen niet dwars op de tak zitten, zoals de meeste andere vogels, maar altijd in de lengterichting van de tak. Dankzij zijn smalle vleugels en lange staart vliegt hij soepel en doelgericht. Alleen het mannetje heeft witte vlekken bij de vleugeltoppen en op de buitenste staartpennen.
Vreemde zang
De zang van de Nachtzwaluw is van verre hoorbaar en verraadt dikwijls zijn aanwezigheid. Daarbij brengt vooral het mannetje (minder vaak het vrouwtje) een laag, snorrend geluid voort, soms minutenlang, zonder onderbreking. Vaak kun je, wanneer je die zang voor de eerste keer hoort, dat geluid niet goed thuisbrengen; het doet eerder denken aan het gebrom van een insect of een snorfiets. Mensen hebben lang gedacht dat Nachtzwaluwen dat geluid maakten door tijdens de vlucht met wijd geopende bek lucht te happen (vandaar de Franse naam engoulevent, ‘windhapper’). Maar die veronderstelling is onjuist gebleken; waarnemingen tonen aan dat deze dieren met gesloten snavel zingen. Daarnaast brengen ze in de vlucht geregeld een vrij zachte, nasale roep voort: “sjroe-iek’
Â
Pure insecteneters
Nachtzwaluwen jagen in de schemering en het nachtelijk duister op insecten. Daarbij vliegen ze geruisloos rond, telkens plotseling van koers wisselend of naar de grond duikend. Ze happen prooien vliegend op in hun wijde muil, of ze grissen die na een scherpe duikvlucht weg van de grond of uit het gebladerte van bomen. Op hun menu staan nachtvlinders, dikke kevers (zoals meikevers en mestkevers), sprinkhanen, krekels en zo meer. Iets anders dan insecten eten Nachtzwaluwen niet, daardoor kunnen ze maar kort bij ons vertoeven, van eind april tot in september, want alleen dan is het aanbod van prooien hier toereikend. Na de broedtijd trekken ze naar Afrika.
Voortplanting
Het vrouwtje van de Nachtzwaluw legt haar roomwitte, grof grijs- en bruingevlekte eieren op de grond, in een hoop dorre bladen en takjes. Zelf neemt ze ook de taak van het broeden op zich, al laat ze zich in de ochtend- of avondschemering wel eens enkele minuten aflossen door het mannetje. Vertrouwend op haar voortreffelijke schutkleuren verroert ze zich niet, wanneer ze op het nest wordt benaderd; pas op het laatste moment vlucht ze weg over de grond, met een slepende vleugel, alsof ze gewond is. Zo leidt ze de aandacht van roofdieren af van het nest. Beide ouders voeren de jongen met insecten die ze in hun krop verzamelen en opbraken.
Verwante soorten
In Zuidwest-Europa leeft de Moorse nachtzwaluw (Caprimulgus rufjcollis), van de onze verschillend door een lichter gekleurd verenkleed, een rossig-gele halsband en kin, alsmede een opvallende witte keelvlek. Hij broedt op het Iberisch Schiereiland en in Noord-Afrika, af en toe ook in Zuid-Frankrijk, maar bij ons zul je hem niet tegenkomen.
‘Niet verwarren met….
de Draaihals (jynk torquilla) ook met zo’n bruingrijs verenkleed met boomschorstekening, maar een veel kleinere vogel; bovendien overdag actief
Pure insecteneters
Nachtzwaluwen jagen in de schemering en het nachtelijk duister op insecten. Daarbij vliegen ze geruisloos rond, telkens plotseling van koers wisselend of naar de grond duikend. Ze happen prooien vliegend op in hun wijde muil, of ze grissen die na een scherpe duikvlucht weg van de grond of uit het gebladerte van bomen. Op hun menu staan nachtvlinders, dikke kevers (zoals meikevers en mestkevers), sprinkhanen, krekels en zo meer. Iets anders dan insecten eten Nachtzwaluwen niet, daardoor kunnen ze maar kort bij ons vertoeven, van eind april tot in september, want alleen dan is het aanbod van prooien hier toereikend. Na de broedtijd trekken ze naar Afrika.
Voortplanting
Het vrouwtje van de Nachtzwaluw legt haar roomwitte, grof grijs- en bruingevlekte eieren op de grond, in een hoop dorre bladen en takjes. Zelf neemt ze ook de taak van het broeden op zich, al laat ze zich in de ochtend- of avondschemering wel eens enkele minuten aflossen door het mannetje. Vertrouwend op haar voortreffelijke schutkleuren verroert ze zich niet, wanneer ze op het nest wordt benaderd; pas op het laatste moment vlucht ze weg over de grond, met een slepende vleugel, alsof ze gewond is. Zo leidt ze de aandacht van roofdieren af van het nest. Beide ouders voeren de jongen met insecten die ze in hun krop verzamelen en opbraken.
Verwante soorten
In Zuidwest-Europa leeft de Moorse nachtzwaluw (Caprimulgus rufjcollis), van de onze verschillend door een lichter gekleurd verenkleed, een rossig-gele halsband en kin, alsmede een opvallende witte keelvlek. Hij broedt op het Iberisch Schiereiland en in Noord-Afrika, af en toe ook in Zuid-Frankrijk, maar bij ons zul je hem niet tegenkomen.
Niet verwarren met….
de Draaihals (jynk torquilla) ook met zo’n bruingrijs verenkleed met boomschorstekening, maar een veel kleinere vogel; bovendien overdag actief
nachtzaluw
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een zomergast die wordt bedreigd door habitatvernietiging
Sinds de Nachtzwaluw een officieel beschermde soort is, loopt hij niet meer het risico
rechtstreeks door mensen te worden uitgeroeid. Wel heeft hij veel te lijden van onttakeling
en vernietiging van zijn leefomgeving. Hij is nog vrij algemeen, maar zijn aantallen zijn fors
gedaald.
Onzinverhalen
De nachtelijke levenswijze en de eigenaardige vormgeving van de Nachtzwaluw hebben de mensen vanouds geïntrigeerd, en gaven ook voedsel aan legenden over deze vogel. Zijn Latijnse naam Caprimulgus betekent ‘geitenmelker’. Onder die bijnaam, hoe ontoepasselijk ook voor een insecteneter, staat hij nog steeds in diverse Europese landen bekend. Maar vanzelfsprekend voedt de Nachtzwaluw zich niet met melk van ons vee! Wel kun je hem dikwijls laag over de grond tussen koeien of desnoods geiten door zien vliegen, maar dan om te jagen op de insecten die in graslanden nu eenmaal veel voorkomen.
Afnemende aantallen
De Noordwest-Europese populatie van de Nachtzwaluw is in de laatste 50 jaar sterk geslonken, vooral door kapitaalvernietiging. Plaatselijk komen nog grotere concentraties van broedplaatsen voor (bijv Veluwe, Kempen), maar het areaal is merkbaar aan het verbrokkelen.
Bedreigde Habitats
Nachtzwaluwen zoeken droge, open milieus met een mozaïek van verspreide bomen, struikgewas en lage begroeiing. Daarom vind je ze vaak in heidevelden, licht beboste terreinen en op open plekken in bos. Zulke Habitats zijn de laatste decennia zeldzaam geworden in onze ‘natuur’ en dat vormt nu een ernstige bedreiging voor de soort. Dit is de reden waarom je Nachtzwaluwen nog maar zo zelden tegenkomt in West-Europa.
Nergens veilig
De Nachtzwaluw vindt een refugium (toevluchtsoord) in zogeheten secundaire Habitats zoals kapvlakten of bosranden grenzend aan grasland. Maar ook daar is zijn leven niet zonder problemen. Bosbouwers gaan er in het voorjaar aan het werk, bijvoorbeeld om jonge aanplant uit te dunnen, en daarbij worden niet zelden nesten vernield. Ook het gebruik van pesticiden vormt nog altijd een bedreiging voor deze insectenetende vogel.
Verkeersslachtoffer
In zomernachten zie je Nachtzwaluwen soms roerloos midden op de weg zitten. Voor dat gedrag is nog geen verklaring gevonden. Misschien vinden ze het prettig, daar op het nog warme asfalt; of, minstens zo waarschijnlijk, zoeken ze er doodgereden insecten. Helaas komen veel Nachtzwaluwen zo ook zelf om het leven.
Wanneer zie je ze?
Wil je Nachtzwaluwen zien, dan moet je, maar eens een tijdje geduldig op hei blijven zitten, of een andere plek die geschikt voor ze is; en dan speciaal na zonsondergang, op een warme, windhozen avond in mei,juni of juli.
Â