De Nachtegaal is een solitair levende vogel die veel tijd op de grond en in struikgewas doorbrengt, op zoek naar insecten, regenwormen en bessen. Hij is overdag actief, zoals alle zangvogels, maar het mannetje laat ook 's nachts zijn mooie zang horen. Het vrouwtje nestelt op de grond en broedt daar elk voorjaar 4 of 5 eieren uit.
Een uitzonderlijk zangtalent
De Nachtegaal is ook bij ons nog vrij algemeen, maar je krijgt hem niet gemakkelijk te zien. Zijn veren hebben schutkleuren, zoals bij veel vogels die mooi zingen. Het bolle lijfje is rossigbruin, alleen van onderen wit; de stuit en de lange staart zijn dieper roestkleurig. Aandachtige beschouwers ontgaat ook het zwade, beige-omrande oog niet.
De vogel lijkt wat gedrongen,maar staat op lange, toch stevige pootjes, en dankzij zijn geringe grootte glipt hij handig door de struiken die zijn leefomgeving vormen. Het vrouwtje is nog onopvallender dan het mannetje; jonge vogels hebben wat vlekjes, die hun ouders missen.
Bomen en struiken
Nachtegalen leven in bossen met een rijke ondergroei van struiken, alsook in hakhoutbosjes, struwelen, parken en grote tuinen op het platteland. Het liefst nestelt hij in de buurt van water, maar soms ook wel in droger terrein met dicht struikgewas. Je vindt hem van het laagland tot 1300 m hoog in de Alpen, maar hij heeft wel een voorliefde voor zonnige, warme plekjes.
Grondnest
Het nogal wanordelijke nest zit laag in een struik of tussen wat takken, gewoon op de grond — in elk geval zelden hoger dan 30 cm. Het wordt in 3 dagen door het vrouwtje in elkaar geflanst uit takjes en bladeren, en van binnen bekleed met fijn hooi, worteltjes en haren. Intussen houdt het mannetje indringers op een afstand, vooral andere, jonge mannetjes. In mei en juni legt het vrouwtje 4 of 5 eieren, die in twee weken worden uitgebroed. De jongen hebben hun veren al na ongeveer 11 dagen compleet, maar ze worden pas na 3 weken zelfstandig. Ze verlaten het nest al voordat ze kunnen vliegen en gaan dan verspreid in het dichte onderhout zitten; daar roepen ze met knarsende stemmetjes hun ouders met het voedsel naar zich toe. Het gezinnetje blijft nog vrij lang bij elkaar; intussen leren de jongen van hun vader zingen. De Nachtegaal is beroemd om zijn melodieuze, gevarieerde zang, die je het beste ‘s nachts kunt beluisteren.
Wereldreiziger
De Nachtegalen komen vanaf eind april in ons land aan en vertrekken weer in augustus en september. Ze brengen de winter door in sub-Sahara Afrika. Ze vliegen vooral ‘s nachts; de Middellandse Zee passeren ze bij de Straat van Gibraltar of de Straat van Messina, en sommige zien er zelfs niet tegen op om van Cyprus of Kreta in één ruk naar Egypte over te steken .Maar ondanks al dat gevlieg keren ze toch elk jaar trouw naar hun geboorteplaats terug.
Zang
Het Nachtegaalmannetje draagt zijn zang
vanaf een hoge tak of het topje van een struik voor. Je hoort dat het beste ‘s nachts; overdag wordt hij dikwijls door andere zangvogels overstemd. De mannetjes zingen vooral om hun broedterritorium te markeren; ze houden er ook allengs mee op wanneer de jongen hun dons voor echte veren hebben verruild.
Voedsel
Nachtegalen vallen overdag niet op, maar met wat geduld kun je ze toch wel bezig zien bij de jacht op mieren, kevers, slakken, wormen en bessen, op de grond of in het strooisel onder bomen of struiken. Huppend doorzoeken ze de dorre en vergane plantenresten; elke gevonden prooi wordt op een lage tak op zijn eetbaarheid onderzocht.
Verwante soorten
De Nachtegaal behoort tot de lijsterfamilie Turdidae, evenals de Roodborst, de Blauwborst en de Merel. Jonge Nachtegalen lijken ook veel op jonge Roodborsten, maar zijn wat groter en hebben langere poten.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een vrij stabiele populatie, maar wel opletten
De Nachtegaal is een beschermde soort in Europa, die niet bejaagd en verhandeld mag worden. Toch lopen de aantallen plaatselijk wat terug. Wijzigingen in het grondgebruik houden grote gevaren in voor zijn leefomgeving, zodat de toekomst er nogal onzeker uitziet voor deze soort.
Duidelijke grenzen
Verscheidene broedparen van de Nachtegaal kunnen dicht bij elkaar wonen, mits de nesten maar van elkaar gescheiden zijn door een dicht scherm van struiken. In een gunstige omgeving kunnen de dieren hoge dichtheden bereiken, maar meestal blijven veel mannetjes dan ongepaard. De Nachtegaal is (zoals veel vogelsoorten) zeer gevoelig voor de effecten van de modernisering in de landbouw op zijn leefomgeving.
Verpeste leefomgeving
Nachtegalen leven in het onderhout van bossen en in struwelen — een leefomgeving die onder druk staat. De huidige Europese landbouwpolitiek is immers gericht op schaalvergroting, een proces waarbij veel heggen en bosjes worden opgeruimd. Bovendien roeien de boeren met hun gewasbeschermingsmiddelen de insecten uit waarvan Nachtegalen leven
Bedreigingen
In sommige jaren gaan veel broedsels verloren door koud weer of verregening van grondnesten. Ook predatoren zoals eekhoorns en gaaien heffen een zware tol. Verder komen soms veel dieren om tijdens de trek, wanneer ze onderweg in slecht weer terechtkomen.
Slinkende aantallen
Omdat het voor Nachtegalen zo steeds lastiger wordt een geschikte leefomgeving te vinden, is een inkrimping van de populatie welhaast onvermijdelijk. Het is lastig daarvoor een oplossing te vinden, temeer daar Nachtegalen elk jaar koppig naar dezelfde broedplaatsen terugkeren. Op Europese schaal is nu onderzoek gaande (STOC, Suivi tempore/ des oiseaux communs), waarbij 25 algemene zangvogelsooden uit struweelachtige habitats in de tijd worden gevolgd. Daarbij is met name in Nederland een onrustbarende achteruitgang vastgesteld in de dichtheden van de Nachtegaal. Een verklaring daarvoor s nog niet gevonden.
Slachtoffer van zijn succes
Juist omdat de Nachtegaal zo mooi kan zingen, zijn er helaas nogal wat mensen die hun begerige handen naar hem uitstrekken. Gewetenloze vogelhandelaren proberen de vogeltjes te vangen om ze te verkopen of na te kweken. Er worden ook geregeld zangwedstrijden georganiseerd, overal in Europa. Toch hangen de zangkwaliteiten van Nachtegalen af van de zang die ze in hun jeugd te horen krijgen (vanaf de 12de dag). Daaraan is te danken dat jonge, 9 maanden oude vogels de kenmerkende basismelodie al beheersen: waaraan ze dan vervolgens elk nog weer eigen zangmotieven toevoegen.
Marathonsessie
De bekende Franse bioloog-ornitholoog Michel Cuisin, schrijver van diverse vogelhandboeken, maakte in de bossen van Grignon (Yvelines) een concert van een Nachtegaal mee, dat de hele nacht duurde, van 22.30 uur ‘s avonds tot 5.05 uur in de ochtend. Ruim zes uur zingen, dat is toch een prestatie!