De Kuifmees is in Europa het enige lid van de mezenfamilie met een kuifje van verlengde kruinveren. Maar omdat hij zich niet gemakkelijk laat zien, kan goede kennis van zijn roepgeluiden helpen om hem te vinden. De kuifmees is sterk gebonden aan naaldbossen, met name dennenbossen; maar hij komt ook wel in sparrenbossen voor.
Kleine mees met sprinngerig kuifje.
Weliswaar bestaan er elders op de wereld nog diverse andere gekuifde mezen, maar de Kuifmees is de enige die in Europese bossen broedt. Door zijn karakteristieke uiterlijk is hij in een oogopslag van al zijn Europese verwanten te onderscheiden.
Ga op het geluid af
Aan dat kuifje van zwarte, witgerande kruinveren is hij dus goed te herkennen,alsook aan de witte, zwart-omzoomde wangen, de grijsbruine rug en de witachtige onderdelen. Maar dat puntige kuifje is wel eens kort, soms amper zichtbaar. In dat geval zijn Kuifmezen meestal te vinden op het geluid van hun stem, want ook hun roep wijkt sterk af van die van andere mezen. Hoge piepjes (“tsie tsie”) worden afgewisseld met een lage, rollende of snorrende triller “tsjur-r-r’ de roep doet wel wat denken aan het Goud- of Vuurgoudhaantje. De zang wordt bij ons weinig gehoord, maar bestaat uit diezelfde “tsie”-geluiden, gemengd met een langer “pru-lu-lu.
Insecten en zaden
Kuifmezen eten in hoofdzaak insecten, insectenlarven en spinnen die ze op stammen en lage takken van bomen opsporen. Vaak voeren ze zeer acrobatische toeren uit om hun prooi te pak ken te krijgen. Hoewel zulke kleine geleedpotigen het hoofdvoedsel vormen, ziet deze zangvogel zich ‘s winters bij gebrek aan ander voedsel wel eens gedwongen zijn maaltijd gedeeltelijk uit zaden samen te stellen. Dan kun je hem dus ook naar zaden zien zoeken, en daarbij heeft hij een bijzondere voorkeur voor de zaden uit dennen- of sparrenkegels. Om diezelfde redenen bezoekt hij ‘s winters ook wel voedertafels. Wanneer daar meer te halen is
dan hij opkan, legt hij in de bomen, onder mostapijtjes of in schorsspleten voorraadjes eetbare zaden aan. De Kuifmees leeft net als alle mezen in hoofdzaak van insecten.
Nest in boomholte
Tegen het eind van de winter baltsen de mannetjes, met meer of minder gezang, maar altijd met een parmantig wippend kuifje. Nadat de broedparen zijn gevormd, leggen de vrouwtjes 7 tot 10 eieren in een bestaand of in een in vermolmd hout uitgehakt holletje in een boom. Dat gebeurt in april en vaak een tweede keer in juni. Af en toe broeden kuifmezen in andere holtes, bijvoorbeeld in muizenholen of gaten tussen boomwortels.
Nestbouw
Alle Europese mezen zijn typische holenbroeders, ze nestelen in holtes. De Kuifmees is in dit opzicht geen uitzondering. In de broedtijd staan er voor de vrouwtjes diverse wegen open. Meestal hakken ze zelf een holletje uit in een vermolmde boomstam of boomstronk. Maar af en toe maken ze gebruik van bestaande, eventueel al eens eerder door andere dieren gebruikte holen. Zo betrekken ze ook wel eens een oud spechtenhol.
Verwante soorten
De mezen uit de familie Paridae lijken uiterlijk veel op elkaar. Het zijn kleine zangvogels uit een bosachtige omgeving. Ze hebben veel bruin of groen in de veren en een zwart-witte koptekening. In Europa komen diverse soorten mezen voor uit het geslacht Pams. De Zwarte mees (Pams ater), de Glanskop (Parus palustris) en de Matkop (Parus montanus) lijken het meest op de Kuifmees, maar hebben een zwarte kruin zonder kuif en missen de zwarte wangstreep en halsband van deze soort.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een mees met een voorkeur voor naaldbossen
De Kuifmees is een typische naaldbosvogel; in loofbossen kom je hem veel minder vaak tegen. Deze kleine, gekuifde zangvogel is wijdverspreid in Europa, van Spanje tot de Oeral, en van Scandinavië tot Noord-Griekenland. Ook bij ons is hij vrij algemeen, maar alleen op de hogere zandgronden.
In naaldbossen
Kuifmezen leven zowel in het laagland als in gebergten, zelfs tot 2300 m hoogte, maar vrijwel uitsluitend in naaldbossen. Ze zijn vooral talrijk in dennenbossen, al komen ze ook in sparrenbossen voor. In loofbossen is deze kleine mees veel minder algemeen. Toch is hij daar in het uiden van zijn grote areaal ook geregeld te vinden, en dan met name in beuken- en eikenbossen. De Kuifmees heeft een uitgesproken voorkeur voor naaldbossen en voor dennenbossen in het bijzonder. Kuifmezen zijn bijzonder gesteld op de meer ondoordringbare, dichtste delen van het bos, met een warboel van takken. Slechts aarzelend, met kennelijke tegenzin, maken ze uitstapjes naar open plekken in de omgeving.
Voederen, beschermen
‘s Winters wagen Kuifmezen zich geregeld in parken en tuinen om zich toegang te verschaffen tot de voedertafels. Toch bezoeken deze meesjes uitsluitend plaatsen waar oude naaldbomen staan op korte afstand van naaldbossen.
Standvogel
De Kuifmees is sterk gebonden aan zijn leefomgeving en gedraagt zich als een extreme standvogel. Weliswaar vertoont hij ‘s winters wat meer de neiging om over kleine afstanden rond te zwerven, maar van echte trekbewegingen is geen sprake. Ook het ringonderzoek bewijst de grote honkvastheid van Kuifmezen: alleen jonge dieren zwermen uit, maar ook zij leggen geen grote afstanden af. Dit onderzoek bevestigt eens te meer dat de broedparen niet tot trekken geneigd zijn en vooral dat ze jaren achtereen, soms zelfs hun hele leven; in hun broedterritorium blijven.
Op bezoek in tuinen
Kuifmezen hebben minder hang naar gezelligheid dan andere mezen, maar ‘s winters bezoeken ze wel af en toe voedeftafels in tuinen met veel bomen. Ze verschijnen daar dan meestal als onafscheidelijk paar en eggen een bijzondere voorkeur aan de dag voor vetbollen, zonnebloempitten, walnoten, hazelnoten en pinda’s. Hogere zandgronden In Nederland is de Kuifmees nadrukkelijk beperkt tot de hogere zandgronden, inclusief de Hollandse duinen. De aantallen zijn het hoogst in gebieden met eel dennenbossen, zoals de Veluwe en Zuidwest-Drenthe. Ook in België komt de soort vooral op de hogere gronden voor.
Status van de soort
De Kuifmees is wijdverspreid in Europa, en ook vrij algemeen in zijn voornaamste broedgebieden. Als soort valt hij dus in de categorie ‘niet bedreigd’. Hij is overigens wel beschermd, zowel door Europese als nationale wetgeving.