De Kuifleeuwerik is een kleine zangvogel, gemakkelijk te herkennen aan zijn puntige kuif, duidelijk langer dan bij de Veldleeuwerik. Hij houdt van droge, open terreinen. Je vindt hem vaak in droge graslanden, maar sinds het begin van de 20ste eeuw wordt hij door de veranderingen in zijn natuurlijke habitat naar de steden gedreven.
Een kleine zangvogel met een lange kuif
De Kuifleeuwerik wordt wel eens verward met de Veldleeuwerik. Toch is hij gemakkelijk te herkennen aan zijn lange kuif en zijn minder muzikale, lijzig voorgedragen zang. Zijn verenkleed is in sobere kleuren uitgevoerd: lichtbruin met donkerbruine streepjes en vlekjes. Daardoor valt hij vooral in een dorre omgeving weinig op.
Solitair levend
De Kuifleeuwerik lijdt blijkbaar een beetje aan claustrofobie, want hij toont duidelijke voorkeur voor open terreinen met een schaarse begroeiing. Het is een standvogel en hij leeft bijna altijd gepaard, maar buiten de broedtijd bewaren het mannetje en het vrouwtje een zekere afstand tot elkaar. Je ziet deze vogel zelden in grotere aantallen bij elkaar. Hij verplaatst zich nooit in troepen.
Lang,strogeel, zijdezacht dons
De voortplantingstijd duurt bij de Kuifleeuwerik van april tot juni. Het vrouwtje maakt dan haar nest in een kuiltje op de grond, onder wat groen op een akker of in de luwte van een veldkei. Het is een kom van dorre planten en strootjes,
bekleed met haren en fijn hooi; daarin komen dan drie tot vijf rossig-grijze, bruingevlekte eieren te liggen. Die worden alleen door het vrouwtje uitgebroed, in 10 tot 13 dagen. Bij het Ilitkomen zijn de jongen overdekt met lang, strogeel, zijdeachtig dons, Ze worden 9 tot 11 dagen door beide ouders gevoerd en verlaten vervolgens het nest, maar ze maken pas rond de twintigste dag hun eerste vlucht. Ze worden binnen een jaar geslachtsrijp.
Â
Â
Verrassend goed in het nabootsen
Vanaf het eind van de winter laat de Kuifleeuwerik bij het opvliegen zijn roep horen: “duu-ie” (of “wie-u”).Bij andere gelegenheid, bijvoorbeeld vanaf een zitplaats of tijdens een hoge cirkelvlucht, draagt hij een iets langer, zacht en droevig, heel kenmerkend maar wel wat eentonig liedje voor: “twie-tie-trioe” (of “wie-twie-u”). In zijn zachte, fluitende en babbelende zang verwerkt hij veel imitaties van geluiden uit zijn omgeving. Hij is bijvoorbeeld goed in herdersfluitjes. Die bootst hij zo perfect na dat schepershonden zich laten misleiden en de imitator gaan volgen. Als ze dan merken dat ze gefopt zijn, willen ze ook de herder niet meer gehoorzamen, zodat deze genoodzaakt is een ander fluitsignaal te bedenken.
Voedsel
De Kuifleeuwerik zoekt zijn voedsel op
schaars begroeide bodems. Hij is vooral
verzot op de zaden uit paardenvijgen, maar eet ook vers, niet-voorverteerd graan,groene spruiten en insecten.
Vliegtechniek
Kuifleeuweriken zie je zelden in een boom zitten, want ze verplaatsen zich voornamelijk over de grond. Bij onraad rennen ze eerst een eindje weg voor ze op de wiek gaan en in golvende lijn wegvliegen. Dan klimmen ze met soepele, tamelijk trage vleugelslagen naar een hoogte van soms wel 70 m, om daarna ook weer zo golvend te dalen, telkens een stukje uitzwevend.
Verwante soorten
De Theklaleeuwerik (Galerida theklae) heeft een rechte snavel, een sterker gestreepte borst, grijze vleugelonderzijden en een kode kuif. De Veldleeuwerik (Alauda arvensis) heeft een nog kortere, afgeronde kuif, die ook minder vaak wordt opgezet. De Kleine kortteenleeuwerik (Calandre//a rufescens) heeft langere vleugels en mist een kuif
Niet te verwarren met….
de Veldleeuwerik (Alauda arvensis) een iets grotere, minder
gedrongen vogel met een langere staart en een kortere kuif.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een akkervogel die zijn heil in de stad zoekt
De Kuifleeuwerik was ooit een West-Aziatische steppebewoner, maar breidde zich in de
16de eeuw naar West-Europa uit, waar hij algemeen werd op droge zandgronden. Maar
de urbanisatie en de intensivering van de landbouw doen de aantallen nu slinken en
dwingen de vogel zich aan te passen aan een nieuwe, meer verstedelijkte omgeving.
Soort wordt zeldzaam
De achteruitgang van de Kuifleeuwerik in West-Europa zette al vroeg in de 20ste eeuw in. Het verdwijnen van trekpaarden uit het straatbeeld lijkt een belangrijke oorzaak van het steeds zeldzamer worden van de soort. Vroeger vormden de halfverteerde zaden uit de paardenvijgen een hoofdbestanddeel van het menu van de Kuifleeuwerik. Door het wegvallen van die voedselbron ging hij snel in aantal achteruit. Andere factoren die de Kuifleeuwerik vanvoedselbronnen hebben beroofd zijn de inkrimping van het weide-areaal en de kuddes, alsook de stadsuitbreiding ten koste van het platteland. Omdat zijn habitat verdwijnt en de agrarische bedrijfsvoering steeds intensiever wordt, ziet de Kuifleeuwerik zich nu gedwongen dat platteland te verruilen voor de randen van de stad, waar hij zich dikwijls niet thuis zal voelen en ook veel kwetsbaarder is.
Waar zie je ze?
Anders dan de Veldleeuwerik kom je de Kuifleeuwerik vooral in zeer kale landschappen tegen. Hij bewoont open milieus zoals duinen, grazige of droge zandvlakten en braakliggende terreinen. Je krijgt hem ook geregeld te zien in wegbermen en op parkeerterreinen.
Van steppe naar stad
De Kuifleeuwerik houdt van droge, open, schaars begroeide, steppeachtige terreinen, zoals je die vooral op zand gronden in het laagland aantreft, in de vorm van schrale graslanden, akkers en braakliggende terreinen. Door zijn voorkeur voor vlakke, droge, open plaatsen komt hij ook haast vanzelf in de buurt van de steden terecht, op onbebouwde delen van industrieterreinen, sportinrichtingen, wegbermen, parkeerterreinen en spoorwegen. Dankzij zijn grote aanpassingsvermogen blijkt de Kuifleeuwerik daadwerkelijk in staat zich in zulke nieuwe milieutypen te vestigen.
Optreden plaatselijk
Deze kleine zangvogel blijft doorgaans het hele jaar in zijn broedgebied en is dus standvogel. Maar als de omstandigheden daartoe noodzaken, slaat hij ‘s winters af en toe wat aan het zwerven, om voedsel te zoeken. De populaties zijn wel vrij gelijkmatig over Europa verspreid, maar het optreden is soms nogal plaatselijk. Vooral in Noord- en Oost-Europa nemen de aantallen sterk af
Status van de soort
De Kuifleeuwerik is vermeld op de Rode Lijst van beschermde soorten in Furopa.De soort gaat geleideiijk in aantal achteruit vooral door stadsuitbreiding en door de intensivering in de landbouw.
Leefgebied  De Kuifleeuwerik
Populaties van de Kuifleeuwerik leven verspreid in Europa en Noord-Afrika, maar het
Moorkomen is vaak nogal plaatselijk. In Europa wordt de soort noord- en oostwaarts snel zeldzamer, maar je kunt hem tot in Denemarken en de Baltische staten tegenkomen.Amerika uitgezet en ingeburgerd.