De Kneu is een charmant, goed zingend vogeltje dat bij ons geregeld te zien is op akkers, waar hij urenlang op zoek kan zijn naar voedsel: vooral zaden, maar ook wel spinnetjes en insecten. Kneutjes verplaatsen zich meestal in groepjes en nestelen ook zo, dicht bij elkaar.
Een gezellige, talentvolle zanger
n de voortplantingstijd heeft het mannetje van de Kneu een scharlakenrode borst en dito kruin. In andere seizoenen is hij overwegend bruin en onopvallend; daardoor is hij dan wel eens lastig te herkennen, temeer omdat dit vogeltje veel tijd op de grond doorbrengt en zich daar in de begroeiing verbergt.
Onopvallend
De staartveren en de slagpennen van de vleugels zijn donkerbruin, maar hebben witte randen, ook zichtbaar in de vlucht. De kop is grijs, evenals de kegelvormige snavel; de pootjes zijn bruin. Het vrouwtje is net zo kleurloos-saai als het mannetje, alleen is het bruin op haar rug een paar tinten donkerder. De jongen lijken op hun
Dol op zaden
Kneutjes eten in hoofdzaak zaden, die ze dikwijls bijeenlezen op akkers, waar je deze vogels de hele dag in groepjes kunt zien rondrennen. Dat neemt niet weg dat ze in de warme maanden ook wel insecten lusten. Ook de pas uitgekomen jongen worden met insecten gevoerd, maar krijgen al na enkele dagen alleen nog maar zaden aangereikt.
Prachtige Stem
Dat je niet op het uiterlijk moet afgaan, en dat namen ook niet alles zeggen, zie je bij de Kneu: want de zang van dit vogeltje klinkt ons aangenaam in de oren, als een muzikaal gekwetter,vermengd met heldere tonen, heel melodieus en gevarieerd. Kneutjes zingen ook niet alleen in de voortplantingstijd. Ze zijn niet voor niets familie van de Kanarie, ook zo’n vermaarde zanger.
Drukbezet vrouwtje
Kneutjes leven gewoonlijk in groepjes;in de voortplantingstijd vormen ze evenzo kleine broedkolonies. Je ziet dan dikwijls verscheidene broedparen dicht bij elkaar nestelen. Het zijn de vrouwtjes die al die nestjes bouwen, van dunne twijgjes en worteltjes, in de naaste omgeving bijeengezocht. Op de bodem van het nest brengen ze een tapijtje van veertjes en vezeltjes aan. Het vrouwtje legt ongeveer vijf eieren en broedt die in een dag of twaalf uit. Het mannetje lost haar van tijd tot tijd af, zodat ze een hapje kan eten. Zijn de jongen uit het ei gekropen, dan worden ze gevoerd door hun moeder. Die stopt ze uit haar kropmaag opgebraakt, voorverteerd voedsel in de bek dat ze eerder van het mannetje heeft ontvangen. Na tien tot veertien dagen verlaten de jongen het nest.
Gedrag
Etymologen brengen de naam Kneu in verband met het werkwoord knetteren;misschien klinken de stemmetjes van een groepje Kneutjes wel zo, op een afstand. Kneutjes zijn in elk geval bedrijvige vogels die veel rondzwerven, op zoek naar zaden.
Nestbouw
Het nest wordt op geringe hoogte (ongeveer een meter) in een struik of heg aangelegd; wel een beetje beschut, maar dikwijls niet al te best verborgen voor spiedende ogen. Dit roekeloze’ gedrag leidt er geregeld toe dat een slecht gecamoufleerd nest door katten en kraaien leeggehaald, of op andere wijze verstoord wordt; daarna laten de ouders het meestal in de steek.
Verwante soorten
De Kneu behoort tot de grote vinkenfamilie Fringillidae, die onder andere ook de sierlijke Putter, de Vink, de Goudvink, de Groenling en de Europese kanarie omvat. Het zijn allemaal goede zangers, die ook in ons land geregeld te zien zijn en zich goed laten
Niet te verwarren met…
de Barmsijs (Carduelis flammea), een nog iets kleinere soortwaarvan de mannetjes ook een rode borst hebben maar gele snavel.
Â
Â
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een ongeregelde bezoeker van tuinen
Bouwland, dat rijk is aan zaden, is de voornaamste habitat van de Kneu, maar hij houdt zeker ook van wijngaarden en braakliggende terreinen. Hij trekt de neus evenmin op voor grote tuinen en parken, want ook daar kan hij het hele jaar door wel iets eetbaars vinden.
Landelijk dier
De Kneu zoekt terreinen met een toereikend aanbod van zaden en met schuilplaatsen waar hij kan slapen en een nestje kan bouwen. In cultuurlandschappen met heggen of houtwallen voelt hij zich dan ook helemaal thuis; spijtig genoeg worden die steeds zeldzameL Soms waagt de Kneu zich in de buurt van tuinen.
Een Kneutje neemt een bad in een gebroken fles. Vogels moeten hun veren elke dag goed reinigen, willen ze niet onder de parasieten komen te zitten.
Grote verschuivingen
De Kneutjes die bij ons broeden zijn merendeels trekvogels, die in de winter hun heil zoeken in Frankrijk of Spanje. Daar versterken ze dan de gelederen van de plaatselijke Kneutjes, die overwegend standvogels zijn. Intussen worden de lege plaatsen bij ons opgevuld door andere Kneutjes, uit Noord-Europa. Ook vele daarvan trekken overigens door naar het zuiden, tot in Noord-Afrika.
Status van de soort
De Kneu is in heel West-Europa beschermd. Dat hij zo mooi kan zingen, heeft lang tegen hem gewerkt: veel dieren werden vroeger gevangen en als kooivogel verkocht. De voornaamste bedreigingen komen nu van de moderne landbouw, die de Kneu berooft van bruikbare habitats metvoldoende voedsel
Koekoek bedrogen
De Koekoek probeelt soms bij Kneutjes als broedparasiet op te treden, maar dat bekomt hem slecht! Kneutjes beginnen immers al na enkele dagen hun jongen uitsluitend met zaden te voeren, met noodlottige gevolgen voor het koekoeksjong,
wiens darmen niet op zulk voedsel zijn ingesteld. In dit geval legt de Koekoek, in al zijn onbezonnenheid, zijn ei dus in het verkeerde nest!
Graag bij voedeftafels
Kneutjes zijn speelse, gezellige dieren die in kleine groepen leven, zelfs in de voortplantingstijd. Dikwijls sluiten ze zich in het bouwland bij andere vinkachtigen aan, om zo gezamenlijk naar zaden te zoeken. Hoewel ze op akkers het hele jaar door wel iets eetbaars kunnen vinden, komen Kneutjes in strenge winters ook wel eens een hapje ophalen bij voedertafels in hun naaste omgeving. Wil je ze echt een plezier doen, dan kun je ze het beste koolzaad en lijnzaad aanbieden. De Kneu doet soms weinig moeite zijn nest goed te verbergen, zodat het gemakkelijk te vinden is. Blijf in zoln geval liever een flink eind uit de buurt, want als de ouders ook maar enig gevaar bespeuren, laten ze hun nest vaak hals-over-kop in de steek.
Onvoorzichtig
Behalve dat ze hun nest gebrekkig
camoufleren, begaan Kneutjes welneer onvoorzichtigheden diê hunnoodlottig worden. Zo laten zezich grif; de een na de ander;op dezelfdefijmstok vangen. Zo zijn ze voorjagers een makkelijke prooi.