Door zijn grote lichaam op hoge poten en zijn kleine kop doet de Kleine trap aan een hoendervogel denken. Toch is hij meer verwant aan de kraanvogels. Het is een schuwe, zeldzame en daardoor weinig bekende vogel. Wie hem wil zien, moet naar Spanje of Frankrijk afreizen. Bij ons is hij slechts een zeldzame dwaalgast.
Een schuwe waadvogel
en eigenaardigheid van de Kleine trap is zijn sterke binding aan uitgestrekte, semi-aride steppe gebieden. Verder valt hij op door zijn merkwaardige baltsritueel, dat wel wat doet denken aan de balts van het Korhoen. Bij de hofmakerij zijn de dieren heel luidruchtig. Het mannetje heeft aan zijn vleugel ook een speciale, wat kortere veer die bij het vliegen een fluitend geluid maakt. Overigens is de zang, hoewel ver dragend, erg eentonig: “trrp trrp” Misschien komt daar wel de naam trap (van het Westslavische drop) vandaan.
Altijd in stijl
Het mannetje heeft nog wel wat elegante zwarte versieringen, maar het kleed van het vrouwtje is helemaal in schutkleuren uitgevoerd, wat het voordeel heeft dat ze niet opvalt in de vegetatie en op stenige bodems in alle rust ongezien kan zitten broeden.
Schrale leefomgeving
De Kleine trap is een bijzonder wilde, schuwe vogel die op grote afstand van mensen en jagers blijft. Een groepje trappen heeft dan ook een groot, onbewoond gebied nodig om in te wonen. Met name in de semi-aride steppen in Zuid-Europa en Noord-Afrika vinden de dieren alle ruimte en ook het juiste, warme klimaat dat ze zoeken. Verder vind je deze dieren ook in kruidenrijke, schrale graslanden, dikwijls op stenige bodem, en in graanakkers. Daar vinden ze precies het voedsel dat ze nodig hebben: kleine kikkers, insecten, zaden en ook mals groenvoer.
Gezellige vogels
De Kleine trap leeft in groepen. De hele winter door, en ook voorafgaand aan de trek, zie je vaak grote zwermen van honderden individuen in de zomermaanden, wanneer ze broeden, leven de dieren meer op zichzelf, want de nesten moeten minstens 400 m uit elkaar liggen.Maar ook dan gaan ze af en toe in kleine groepjes op pad om naar voedsel te zoeken.
Tijdens de balts zet het mannetje van de Kleine trap zijn halsveren op en maakt hij vreemde sprongen.
Verborgen nest
In een gunstige leefomgeving vormen zich broedparen, die vervolgens een nest gaan bouwen. Dat wordt geen ingewikkeld nest, maar gewoon een kuiltje in de grond, bekleed met wat plantendelen. In mei worden eieren gelegd, die in drie weken worden uitgebroed. De jongen verlaten het nest nog voor ze goed en wel zijn opgedroogd. Ze volgen hun moeder, die hen nog ongeveer een maand van voedsel voorziet.
Baltsritueel
Al in maart keren de Kleine trappen terug naar de uitgestrekte dorre vlakten waar ze hun broedplaatsen hebben. Je merkt snel dat ze er zijn, want de balts gaat met veel rumoer gepaard. Van verre hoor je het geroep van de mannetjes: een kort, raspend geluid, dat steeds wordt herhaald. Om bij een vrouwtje in de smaak te vallen, geeft het mannetje zich al zingend over aan springerig gedans, waarbij hij veel met de poten trappelt, de halsveren opzet en de kop achterover werpt. De mannetjes uit elkaars naaste omgeving voeren ook schijngevechten op, om hun gezag over het eigen broedterritorium bevestigd te krijgen
Verwante soorten
Tot de familie Otididae behoort ook de Kraagtrap (Chlamydotis undulata), een nauwe verwant van de Kleine trap. Hij wordt groter en heeft beige bovendelen met donkere vlekjes; langs de zijhals hangt een bos zwarte en witte veren omlaag. Kraagtrappen broeden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en worden ook steeds zeldzamer, net als hun Europese verwant.
Niet te verwarren met…
Het vrouwtje van de Fazant (Phasiafllls colchicus), ongeveer net zo gekleurd als het vrouwtje vanÙ Kleine trap, maar neteen lange staart en korte poten.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
 Een met uitsterving bedreigde soort
De Kleine trap is deels stand- en deels trekvogel; alleen de meest noordelijke groepen uit Frankrijk en West-Azië trekken ‘s winters naar het zuiden. De winterverblijven liggen met name in het Middellandse-Zeegebied. Helaas dreigt deze mooie soort over niet al te lange tijd volledig ut te sterven.
Diverse biotopen
Langs de Middellandse Zee bewoont de Kleine trap uitgestrekte, droge, woeste gronden, zoals de vlakte van de Crau niet ver van de Camargue. Ook in de streek Poitou-Charente bij de Girondemonding is hij goed vertegenwoordigd; daar telt men 400 zingende mannetjes. Verder noordwaarts komt hij in een ander ecosysteem voor, namelijk in landbouwgebieden, vooral op braakland en in luzerne en klaverakkers.Trappenvrouwtjes vallen door hun schutkleuren in het veld weinig op en zijn dus relatief veilig .
Planmatige uitsterving
Juist de Kleine trappen die in zulke voor de veevoerproductie gebruikte akkers broeden, sterven momenteel in hoog tempo uit. Sinds een reeks van jaren verdwijnen de trappenpopulaties een voor een, in hetzelfde tempo als de klaverlandjes. In de grote graanteeltgebieden in Noord-Frankrijk (Beauce, Essonne, Jura) leven al helemaal geen Kleine trappen meer.
Beschermen
In Frankrijk worden de populaties elke zomer nauwkeurig geïnventariseerd door telling van zingende mannetjes. Sinds de jaren 1990, toen de aantallen sterk terugliepen, is ook de Franse overheid overgegaan tot het riemen van maatregelen, samen met de boeren.
Habbitat vernietigd
De intensivering in de landbouw is de oorzaak van het verdwijnen van de soort. Ruilverkavelingen en de inrichting van enorme monocultures (maïs, koolzaad) zonder bufferzones in de vorm van onkruidrijke akkerranden leiden ertoe dat de habitat van de Kleine trap verloren gaat. Dat proces wordt nog versterkt door de aanleg van autowegen en hogesnelheidsspoorlijnen. In akkers waar het graan in juni hoog staat, kan de Kleine trap zich niet meer voortplanten. En alle nesten die de dieren op braakliggende akkers aanleggen, worden aan het eind van de lente vernield bij het werk dat de boeren dan op hun land uitvoeren.
Tegenmaatregelen
Ook in Spanje speelt dit probleem. Daar treedt de overheid nu handelend op, door geld uit te trekken voor bescherming van de soort. Boeren worden financieel aangemoedigd beheersvoorschriften in acht te nemen, in het belang van de Kleine trap. Deze maatregelen in het kader van de landbouwpolitiek bevorderen afwisseling in de teelt (ook peulgewassen) en de aanleg van groenvoerakkers.
Afnemende aantallen
De Kleine trapstaat Rode lijst van bedreigdè dieren in Europa. Binnen
twintig jaar zijn de Franse populaties geslonken van circa 8000 tot slechts 1500 zingende mannetjes: Dat is een afname van maar liefst 80% en de
dalende tendens zet zich nog voort.