De Houtduif legt in tuinen en parken veel van zijn natuurlijke schuwheid af; op het platteland, waar er nog veel op gejaagd wordt, is dat anders. De soort komt in heel Europa voor; in ons land is hij standvogel, maar de populaties uit Noord- en Noordoost-Europa trekken. Juist van die trekkende dieren worden er door jagers veel afgeschoten.
De grootste en sierlijkste duif van Europa
De Houtduif is eenvoudig te onderscheiden van verwante soorten. zoals Rotsduif en Holenduif door
zijn kloeke formaat, de witte vlekken aan weerszijden van de hals, alsmede de witte vleugelband. In onze steden zie je hem vaak samen met verwilderde stadsduiven (in feite Rotsduiven),
maar ze vermengen zich niet daarmee. Houtduiven nestelen ook alleen in parken
en tuinen, en meestal in bomen; zelden op gebouwen, zoals stadsduiven. In de stad
zijn ze aardig vertrouwd met de mens,maar op het platteland blijven ze schuw en krijg je ze minder gemakkelijk te zien.
Vegetarisch dieet
De Houtduif leeft in hoofdzaak van plantenkost, maar maakt wel handig gebruik van alle beschikbare voedsel-
bronnen. Zijn voorkeur gaat duidelijk uit naar graan en andere zaden, inclusief eikels en beukenootjes, alsmede zaailingen en jonge spruiten van planten. Bij zijn voeding spelen dierlijke componenten geen rol van belang, al vult hij zijn maaltijden dikwijls aan met een paar insecten. Hij heeft flinke trek: hij kan dagelijk 50 g voedsel wegwerken, dus ongeveer 10% van zijn eigen gewicht.
Baltsvlucht
De Houtduif is een van de soorten waarbij het mannetje zich uitleeft in een uitgebreid baltsritueel. Om in de smaak te vallen bij het door hem aanbeden vrouwtje, brengt hij vanaf het eerste ochtendlicht zijn gedempte, koerende zang ten gehore. Bij het ritueel hoort ook een vliegshow: de doffer stijgt op, klappert luid met de vleugels en laat zich daarna zwevend, in bochten terugvallen. Tussen mannetjes heerst zware concurrentie; ze verdedigen ieder hun eigen territorium.
Meer legsels per jaar
Het nest ziet eruit als een ordeloze hoop takjes, met wisselend succes onzichtbaar gemaakt in een boom of achter klimop Het mannetje draagt dorre twijgjes aan, waar het vrouwtje dan een nest van bouwt. Per jaar produceert ze vaak twee of drie legsels, gemiddeld twee eieren per keer. Het eigenlijke broeden neemt 17 dagen in beslag. De jongen worden grootgebracht met ‘duivenmelk’, een voedzame, witte afscheiding uit de krop van de ouders, die beide aan de voedering deelnemen. De jongen worden na ongeveer 30 dagen vliegvlug. Per broedseizoen worden hooguit twee jongen grootgebracht, ook in jaren waarin het vrouwtje vijf, zes of meer eieren legt.
Gedrag
Bemerkt een duif uit een groep enig onraad, dan klappert hij op kenmerkende wijze met de vleugels en waarschuwt zo zijn soortgenoten voor het dreigende gevaar. Zulk gedrag met wederzijds hulpbetoon zie je vaak bij dieren die in groepen leven; ook bijvoorbeeld bij groepjes Kokmeeuwen, die gezamenlijk roofvijanden aanvallen die groter zijn dan zijzelf. Het alarmeergedrag van de Houtduif is in die zin bijzonder, dat het alarmerende dier juist daardoor meer kans loopt om zelf door een predator gevonden te worden. Misschien vermindert hij aldus zijn eigen kans op overleving, maar hij vergroot die kans voor zijn nakomelingen en naaste verwanten, die in de groep leven. Onze houtduiven zijn merendeels standvogels, al zwerven ze ‘s winters wel in grote groepen rond.
Verwante soorten
In West- en Midden-Europa kom je naast de Houtduif ook nog de Rotsduif (Columba livia) en de Holenduif (Columba oenas) in het wild tegen; voorts, uit een ander geslacht, de Zomertortel (Streptopelia tl]ftur) en sinds ongeveer een eeuw ook de Turkse toffel (Streptope/ia decaocto). Onze verwilderde stadsduiven stammen van de Rotsduif af.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Als standvogel veilig, op de trek vaak afgeschoten
De Houtduif is de meest bejaagde vogel: elk jaar worden miljoenen exemplaren tijdens
de trek afgeschoten. Omdat het vooral de Noordoost-Europese populaties zijn die trekken,
lijden die ook het meest onder de jacht. De Houtduiven die in West-Europa broeden zijn
overwegend standvogels en worden niet bedreigd.
Stand- en trekvogels
Houtduiven komen in heel Europa en Noord-Afrika voor, alsook in West-Siberié en Turkije. Men onderscheidt twee typen Houtduiven: standvogels en trekvogels.De Houtduiven uit West-Europa zijn overwegend standvogels. Die uit Noord- en Oost-Europa zijn trekvogels; zij overwinteren in West- en Zuid-Europa. De Houtduif is ongetwijfeld de meest bejaagde vogel van Europa. Daar in het noorden en oosten van Europa komt na afloop van de broedtijd, vanaf half september, de herfsttrek van de Houtduiven op gang; die duurt tot eind
november en bereikt in de eerste dagen van november zijn hoogtepunt. Reusachtige zwermen, soms bestaande uit vele duizenden Houtduiven, trekken dan over Europa, op weg naar winterkwartieren in het westen en zuiden. Sommige blijven in ons land hangen, maar de meeste trekken door, naar het Iberisch Schiereiland.
Van de omvang van die herfsttrek krijgt men nergens zo’n goed beeld als in Zuid-west-Frankrijk, waar de zwermen zich via de nauwe cols (passen) door de Pyreneeën naar Spaans Baskenland wringen. Men telt daar tot 200.000 doortrekkers per dag, in zwermen van soms meer dan 10.000 dieren! De voorjaarstrek, in omgekeerde richting, voltrekt zich tussen half februari en half april.
Afnemende aantallen
Dat de Houtduif er, demografisch gezien, nog niet zo slecht voorstaat, is vooral te danken aan de stabiele West-Europese standvogelpopulaties. De trekkende Noord- en Oost-Europese populaties worden zo zwaar overbejaagd dat ze gedurig slinken, al decennia lang
zwaar bejaagd
Houtduiven mogen in Nederland alleen ‘s winters worden bejaagd (al is afschot op akkers ook Is zomers toegestaan). De Fransen mogen er het hele jaar op jagen en doen dat ook op grote schaal• in 1998-1999 werden daar ruim 5 miljoen Houtduiven afgeschoten. Bij de cols in de Pyreneeën worden jaarlijks 15.000 tot 20.000 verdekte schietposten door jagers bemand. Dat levert ook nog milieuproblemen op, want zo komen tonnen giftig lood in de natuur terecht.
Nieuwe gevaren in de leefomgeving
De schaalvergroting in de landbouw leidt alom tot de sloop van heggen en bosjes.Daardoor nemen de plaatselijke broedpopulaties, ook die van Houtduiven, snel in aantal af. Voorts komen veel Houtduiven om doordat het zaaigoed dat boeren op hun akkers uitstrooien vooraf met giftige stoffen is behandeld tegen plantenziekten en schimmels.
Status van de soort
De Houtduif is opgenomen in Bijlage II van de Vogelrichtlijn, waarin de beschermingsgraad van alle soorten op Europese schaal is vastgelegd. Volgens deze richtlijn mag de Houtduif alleen nog in bepaalde seizoenen worden bejaagd.
Leefgebied De Houtduif
 Het areaal van de Houtduif omvat heel Europa, met uitlopers in West-Siberië e naar Turkije. Verder broedt de soort in Noordwest-Afrika, waar ook veel trekkende Houtduiven overwinteren. De West-Europese Houtduiven gedragen zich overwegend als standvogel.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.