Wie op zoek gaat naar Hazelhoenders krijgt al snel het gevoel dat hij geesten uit de diepten van het woud najaagt: zozeer onttrekken deze heimelijk levende dieren zich aan waarneming. In de bossen waar ze leven, van de taiga tot 2000 m hoogte in de bergen van Centraal-Europa, inclusief de Ardennen, laten ze nauwelijks sporen van hun aanwezigheid achter.
Een geestverschijning in het bos
Vaak krijg je van het Hazelhoen weinig meer te zien dan de kenmerkende grijze, zwartgebandeerde staart, voordat de vogel die zojuist is opgeschrikt, dekking zoekt onder lage takken en loof in het oerbos of wilde woud. Hij rent liever dan dat hij lawaaierig opvliegt Het is een schuwe vogel, die nergens algemeen is; zelden vind je meer dan drie, hooguit vijf broedparen per km? Bovendien komt hij in West-Europa alleen plaatselijk, in bergachtige streken voor.
Verknocht aan hakhoutbossen
Hazelhoenders voelen zich thuis in hakhoutbossen met hier en daar hoge bomen of ‘staanders’. Daar zoeken ze hun voedsel op de grond en in struiken. Dankzij de hoornige lijsten aan hun poten kunnen ze goed klimmen. Ze eten plantenkost, zoals knoppen, bloemen, bladen en vruchten. Alleen ‘s zomers vullen ze hun menu aan met insecten en regenwormen. In dat hakhout vinden ze ‘s zomers ook logies voor de nacht, altijd enkele meters boven de grond, veilig voor marters die hun voornaamste vijand zijn. ‘s Winters schuilen ze tegen de kou onder laaghangende sparrentakken, of in een kuil of iglo-vormig hol in de sneeuw.
Riskante broedgewoonten
Hoewel ze in bomen en struiken leven,broeden Hazelhoenders nogal riskant op de grond, zoals alle ruigpoothoenders (Tetraonidae). Ze zijn monogaam, maar hoe lang de paarbinding standhoudt is onbekend. Het nest is een onduidelijk kuiltje in de bodem, aan de voet van een boom of een stronk, onder laaghangende takken. Alleen het vrouwtje broedt en brengt de jongen groot. Deze zijn nestvlieders en nemen snel de gewoonte aan om de nacht zittend op een tak door te brengen. Als na een maand of drie de eerste rui is voltooid, valt het gezinnetje uit elkaar.
Bijzonder honkvast
Hazelhoenders kiezen op zeker moment een woonomgeving en laten die dan nooit meer in de steek. De mannetjes zijn zeer gehecht aan de territoria die ze in de herfst afbakenen. Alleen vrouwtjes willen nog wel eens een uitstapje maken. De beste tijd om waarnemingen aan deze dieren te doen is de nazomer (eind augustus, begin september). Dan trekken de jonge dieren de wijde wereld in, wat voorbijgaand aanleiding geeft tot de vorming van groepjes die de aandacht trekken door luid geroep. Daarna maken de jongen de langste reis van hun leven. Soms zwermen ze tot tien kilometer ver uit, maar veel vaker hooguit drie kilometer.
Anatomie
Bij alle Tetraonidae hebben de contourveren op het lichaam een bijschacht met donzige baarden aan de voet. Dankzij dit dons of hypoptiel’ zijn Hazelhoenders beter bestand tegen de winterse kou in de bergen.
Gedag
Hazelhoenders trekken niet, dus moeten de boreale en montane populaties de ijzigste stormen trotseren. Wordt het weer al te bar en zijn er geen sparren met beschuttende lage takken in de buurt, dan graven Hazelhoenders een hol in de sneeuw of laten zich ondersneeuwen; zo verschaffen ze zich een kleine iglo, soms voor de duur van een heel etmaal.
Verwante soorten
Het Hazelhoen beh001t tot de ruigpoothoenders (Tetraonidae), een familie met 11 soorten, alle woonachtig in koele, gematigde taigabossen en montane hellingbossen op het noordelijk halfrond. In Europa broeden uit deze familie ook nog het Auerhoen (Tetrao urogallus), het Korhoen (Tetrao tetrix) en drie Lagopus-soorten (sneeuwhoenders).
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een soort die geen verandering verdraagt
Hazelhoenders bewonen een nauw omschreven habitat. Daardoor zijn ze erg gevoelig
voor veranderingen in hun leefomgeving. Ze zijn gebonden aan ongestoorde loofhout-en gemengde bossen. Door de ingrijpende veranderingen die de moderne bosbouw
teweegbrengt, zijn veel populaties in de laatste decennia merkbaar geslonken.
Weinig inzicht in de dynamiek
Hazelhoenders zijn nestvlieders, zoals alle hoendervogels. Bij deze voortpantingsstrategie horen vrij grote legsels van 7 tot 10 eieren en jongen die bij het uitkomen ver ontwikkeld zijn, zodat ze al in hun eerste levensuur het nest kunnen verlaten. Wel roept hun moeder ze nog geregeld bij elkaar. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over de dynamiek van de populaties (sterfte, broedsucces en zo meer), maar gelet op het hoge kindertal en de honkvastheid van de dieren zou je krachtige populaties verwachten. Toch blijven de aantallen gering. In Oost-België zijn nauwelijks 200 en in heel Frankrijk slechts 5000 broedparen geteld.De toekomst van het Hazelhoen in West-Europa hangt af van het voortbestaan van ongestoorde bossen.
Waar zie je ze?
In West-Europa vind je Hazelhoenders vooral in bossen in gebieden waar de gemiddelde julitemperatuur onder 21 °C ligt: Ardennen, Vogezen, Jura, Alpen en in het Centraal-Massief waar in 1991 een kleine, maar stabiele populatie werd teruggevonden, waarvan men al dacht dat hij uitgestorven was.
Weinig bejaagd
In diverse landen staat het Hazelhoen nog altijd op de lijst van bejaagbare wildsoorten. Wat niet zeggen wil dat in die landen ook werkelijk op de vogels wordt gejaagd. De belangrijkste reden daarvoor is waarschijnlijk dat de verscholen levende hoenders bijzonder moeilijk te vinden zijn.
Veranderend milieu
Veel ergere bedreigingen voor het Hazelhoen komen voort uit de wijziging van de habitat door de moderne bosbouw. Daarbij zijn twee tendenzen van belang.Eerstens laat men veel hakhout onder verspreide staanders (volgroeide bomen) doorgroeien tot opgaand hout, waardoor de ondergroei verarmt en de trofiegraad (het voedselaanbod) daalt. Ten tweede wordt veel loofbos gekapt en vervangen door naaldbossen, die ecologisch veel armer zijn. In beide gevallen raken Hazelhoenders veel vestigingsmogelijkheden kwijt en worden ze kwetsbaar voor predatoren en voor verstoring door mensen. Ook klimaatwijziging zou nog van invloed kunnen zijn.
Is er een toekomst?
De populaties Hazelhoenders nemen in sommige delen van het verspreidingsgebied terug, terwijl ze in andere delen licht stijgen. Ecologische omstandigheden zijn daarbij doorslaggevend.
Bedreigingen
Het Hazelhoen wordt hier en daar nog bejaagd, maar dat lijkt niet veel invloed te hebben op de aantallen. Wildstroperij is schadelijker. Predatie en epidemische ziekten zijn de voornaamste natuurlijke regulerende factoren.
Leefgebied het Hazelhoen
 Het Hazelhoen komt voor in gebieden met een gematigd landklimaat, zoals in Noordoost-Europa en in de Midden-Europese gebergten, In het hoge noorden kan hij bijna opzeeniveau leven, maar elders ligt zijn optimale biotoop tussen 600 en 1600 m hoogte.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.