De Grauwe fitis is een kleine zangvogel uit de taigabossen in het noorden van Europa en Azië. Hij overwintert in Zuidoost-Azië. De soort heeft zich in de afgelopen eeuw langzaam naar noordelijk Midden-Europa uitgebreid. Af en toe worden verdwaalde exem plaren in West-Europa waargenomen, maar tot broedgevallen is het hier nog niet gekomen.
Een lastig te herkennen soort
De Grauwe fitis is een onopvallend zangvogeltje dat alleen in subtiele kenmerken van andere Phyllosco pus-soorten (loofzangers) verschilt. De noordelijke vormen zijn grijzer, dus minder groen- en geelachtig dan de Fitis (P. trochifus), maar dat geldt niet voor de ondersoort nitidus (Groene fitis) uit Zuidwest-Azië. De roomwitte wenk brauwstreep boven de donkere oogstreep loopt bij de Grauwe fitis verder naar achteren door dan bij de Fitis.
Verwarring mogelijk
Deze koptekening is evenwel geen exclusief kenmerk van de Grauwe fitis, want hetzelfde patroon treedt op bij de Noordse boszanger en de Bruine boszanger, al zijn de strepen daar breder en scherper. Maar bij de Grauwe fitis gaat het kenmerk samen met een dunne, vuilwitte vleugelstreep, uniform witte onderdelen en een minder vlekkerige oorstreek. Net als bij de meeste zangers zijn de geslachten uiterlijk eender.
Zes ondersoorten
Men onderscheidt wereldwijd maar liefst 6 ondersoorten van de Grauwe fitis. Die worden deels ook wel als aparte soorten opgevat. Bij de Groene fitis (P. t. nitidus, ook Groene boszanger genoemd) uit bergbossen van Noord-Turkije en de Kaukasus tot in Afghanistan zwemen de lichte kleurpartijen duidelijk naar geel, de donkere bovendelen naar groen. De Oost-Siberische ondersoort P. t. plumbeitarsus (Tweestrepenfitis of Swinhoes boszanger) heeft twee duidelijke witte vleugelstrepen in plaats van een enkele. Behalve door kleur en tekening verschillen de ondersoorten even subtiel door hun grootte en door de zang.
Bosvogel
In Noord-Europa en Siberië broedt de Groene fitis in uitgestrekte taiga naaldbossen met een voorkeur voor zonnige randen van de donkere naaldbossen en plaatsen met enige bijmenging van loofhout, zoals populieren en berken. Verder zuidwaarts leeft hij in montane dennenbossen en subalpiene naaldwouden met zilversparren en berken, en in de Himalaya eveneens boven 3000 m in de struikzone met rododendrons. In Europa bezoekt hij parken en boomgaarden, en is hij zelfs in de buurt van huizen te vinden.
Grondbroeder
De Grauwe fitis maakt meestal hoog in de boomkruinen jacht op kleine insecten. Maar in de lente bouwen de broedparen hun nest toch steeds op de grond of laag in de takken van een struik. Het nest is bolvormig en ligt goed verborgen in dichte begroeiing om het aan het oog van nestrovers te onttrekken.
Jacht
De Grauwe fitis is een actief en beweeglijk zangvogeltje, dat bladen en takken afzoekt naar kleine prooidieren zoals spinnen, rupsen en andere larven. Omdat hij in de vlucht zeer rap en wendbaar is, kan hij vliegen en muggen achtervolgen en met de snavel uit de lucht plukken. De Grauwe fitis is dol op insecten. Hier brengt hij een bosje rupsen naar het nest.
Roep en Zang
Meestal verraadt de Grauwe fitis zijn aanwe zigheid door zijn zang, lang voordat je hem ziet. De onderlinge contactroep is een zacht, fluitend “sie-wuu”. De zang begint met vlug herhaald “zlie-wiet”, overgaand in een melodieuze triller.
Verwante soorten
Het geslacht Phy/loscopus omvat talrijke boszangers, fitissen en tjiftjafs. Een nauwe verwant van de Grauwe fitis is de Noordse boszanger (Phy/loscopus borealis) met krachtiger getekende kopstrepen. Hij broedt nog verder noordwaarts in subarctische berkenbossen van Lapland via Siberië tot Alaska en is een dwaalgast in West-Europa.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Voorlopig nog een zeldzame dwaalgast
De Grauwe fitis broedt in Noordoost-Europa en Azië, overwintert in Zuid-Azië en is zelden in West-Europa te zien. Dat gebeurt vooral in de herfst. Kennelijk gaat het dan om vogels die tijdens de herfsttrek verdwaald zijn. De soort breidt zich echter naar het westen uit; incidentele voorjaarswaarnemingen kunnen ook voorboden van vestiging zijn.
Boreaal element
Bijna alle Euraziatische fitissoorten leven in gebieden met een continentaal klimaat van Midden-Europa tot diep in Siberië. Die regel gaat ook op voor de Grauwe fitis. Het broedareaal van deze soort is geheel tot die continentale gebieden beperkt. In West-Europa weigert hij te broeden; hij wil er zelfs niet overwinteren. De meest westelijke broedplaatsen bevinden zich momenteel in Noord-Duitsland .De Grauwe fitis broedt op de grond, maar zoekt zijn voedsel veelal hoog in de boomtoppen.
langeafstandstrekker
Om te ontkomen aan de ijzige kou en de bevroren bodems van Siberië trekken alle Grauwe fitissen vanaf september weg uit die omgeving richting India. Tijdens de herfsttrek raken vooral individuen uit westelijke broedpopulaties af en toe in West-Europa verdwaald. Lang blijven ze hier echter niet. Meestal hervatten ze hun reis na een paar dagen rust.
Aantallen
De wereldpopulatie van de Grauwe fitis wordt op 12 tot 15 miljoen broedparen geschat,’waarvan de meeste broeden in Siberië. In Europa broedt de ondersoort viridaFtlJs; de ondersoort nitidus be woont de Kaukasus en Zuidwest·Azië.
Bij ons dwaalgast
De Grauwe fitis wordt tegenwoordig jaarlijks op de Britse eilanden en langs de Bretonse kust waargenomen. In Nederland is de soort tot dusverre (2009) 49 keer opgemerkt. Meldingen uit België zijn nog schaars (Heist, 2000; Vichte, 2004; Zee brugge, 2006 en 2009). Enkele waarnemingen in West-Europa (ook Nederland) zijn in het voorjaar gedaan. In Duitsland zag men eenzame, zingende mannetjes voorafgaand aan de vestiging van de eerste broedparen.
Uitbreidingstendens
Bij ons is het nog niet tot broedgevallen gekomen. De soort breidt zijn broedareaal echter al sinds het begin van de 20ste
eeuw naar het westen uit. Via Zweden en Polen bereikte hij Duitsland, Tsjechië en Slowakije, waar het aantal broedgevallen nog steeds toeneemt. In Siberië gaat het met de boreale bossen nog wel zo goed dat de populaties er stabiel zijn. De toekomst van de soort is dus niet zorgwekkend. Binnen de Europese Unie heeft hij al bij voorbaat een beschermde status krachtens opname in Bijlage II van het Verdrag van Bern.
Waar zie je ze?
De Grauwe fitis is zowel in Nederland als in België vooral langs de kust waargenomen en veel minder vaak
in het binnenland. In Engeland wordt hij vooral aan de zuidkust gezien en in Frankrijk aan de Kanaalkust en in Bretagne.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.