De Goudplevier mag toch wel een mooi beestje heten, met zijn ranke poten, grote zwarte ogen en met goud besprenkelde verenkleed. Deze kleine waadvogel overwintert op akkers en graslanden in West-Europa, dikwijls maar net bezuiden de vorstgrens. Hij is schuw en moeilijk benaderbaar, maar al op grote afstand herkenbaar aan zijn klagende roep.

Een kleine steltloper met een korte snavel
De Goudplevier is een typische steltloper, met zijn lange, dunne poten zonder zwemvliezen, waarmee hij in ondiep water en op slikkige bodems kan rondlopen zonder zijn verennat te maken. De grote, donkere ogen onder de witte, tot in de nek doorlopende wenkbrauwbogen vallen al van verre op. De zwarte snavel is kort en dun. Dat is een opvallend verschik met een zilverplevier, die een veel dikkere snavel heeft.

Veranderlijk kleed
In alle jaargetijden zien de mannetjes en de vrouwtjes er bijna hetzelfde uit. Het zomerkleed is wel kleuriger met zwermen bruinzwarte, goudgele en geelbruine vlekjes op de bovendelen, een witachtige band over de flanken en een zwarte keel, borst en buik. Maar voor de herfsttrek wordt geruid. Dan krijgen de dieren een minder opvallend kleedje. De borst wordt beige met zwarte strepen, de buik bijna wit. Dit winterkleed biedt goede camouflage op akkers en graslanden, waar de dieren ‘s winters verblijven. Het jeugdkleed lijkt sterk op het volwassen winterkleed.

 

Vaste broedparen
Bij alle plevieren vormen zich broedparen voordat de dieren op de broedplaatsen aankomen. Een eenmaal gevormd broedpaar blijft daarna bij elkaar tot een van de partners sterft. De balts is een ingewikkelde vertoning, waarbij de mannetjes zich tegenover elkaar opstellen, op elkaar afrennen en grote luchtsprongen maken. Heeft zich een broedpaar gevormd, dan verdedigt het mannetje een broedterritorium tegen rivaliserende mannetjes.Man en vrouw werken samen bij de bouw van het nest. Het mannetje graaft een reeks kuiltjes in de grond; het vrouwtje kiest daar eentje van uit,vergroot het nog wat en bekleedt het met gras, mos en korstmos, voordat er haar eieren in te leggen. De feitelijke paring vindt plaats aan het eind van een baltsritueel waarbij de mannetjes schijngevechten leveren

Ver ontwikkelde jongen
Het legsel telt drie of vier gladde, beige of lichtgroene eieren. Beide ouders broeden het legsel gedurende een maand om beulden uit. De jongen zijn bij het uitkomen ver ontwikkeld. Hun lijfje is dan al met dons overdekt. Het zijn nestvlieders die dadelijk goed kunnen lopen en zelf naar voedsel kunnen zoeken. Ze worden dan ook weldra door hun ouders meegenomen naar de foerageergebieden waar ze nog goed door hun ouders worden bewaakt. Na ongeveer een maand gaan de jongen zelfstandig leven, en na twee jaar zijn ze geslachtsrijp.

Voedsel
De Goudplevier is verzot op kevers, slakken, regenwormen en andere kleine ongewervelden die op natte of vochtige bodems te vinden zijn. In de broedtijd haalt hij zijn voedsel vaak ver van het nest op. ‘s Winters wordt hij wel eens lastig gevallen door Kokmeeuwen die hem de wormen afhandig maken die hij met zijn snaveltje uit de grond trekt. Af en toe eet hij ook wel bessen en zaden.

Loopwijze
De Goudplevier heeft een eigenaardige manier van lopen: hij rent steeds een stukje, blijft dan ineens stilstaan, kijkt even rond en loopt dan weer haastig door. Deze manier van voortbeweging is kenmerkend voor veel plevieren.

Verwante soorten
De Goudplevier behoort tot de plevierenfamilie Charadriidae, waarin ook de Kievit is ondergebracht. Een van zijn naaste verwanten is de Zilverplevier, die nog veel noordelijker broedt, maar ook langs de kusten van West- en Zuid-Europa overwintert. Beide soorten worden zelden samen gezien.

Ecologie en bedreigingen voor de soort

Teruggedrongen naar de toendra
De Goudplevier plant zich in de zomermaanden voort in het noorden van Europa en Azië, op de toendra en in heidevelden, hoogveenmoerassen en hooggelegen graslanden. Vanaf eind juli trekt hij weg naar het zuiden. Hij overwintert in West-Europa, Noord-Afrika en bezuiden de Kaspische Zee.

‘s Winters in groepen
In de voortplantingstijd zonderen de broedparen van de Goudplevier zich het liefst af, maar op andere momenten vormen deze dieren groepen van 50 tot soms wel 5000 individuen. Ze sluiten zich zelden aan bij andere steltlopers,afgezien van Kieviten. Ze vormen af en toe grote groepen, zowel op akkers als op buitendijkse kwelders. Na het opvliegen gaan de Goudplevieren en de Kieviten dan toch vaak gescheiden wegen. In de broedkolonies vestigen zich ook vaak Kokmeeuwen. Goudplevieren zwerven ‘s winters in groepen rond in de foerageergebieden.

Nog bejaagd
De natuurbeschermingsstatus van de Goudplevier wordt voor de hele Europese Unie als ongunstig omschreven.Toch is de jacht in sommige landen nog altijd toegestaan en wordt er vaak weinig gedaan om de soort daadwerkelijk te beschermen. In Nederland is de soort afdoende beschermd en mag hij in het geheel niet worden bejaagd.

Bescherming
De instelling van speciale beschermingszones langs de West-Europese kusten vormt een gedeeltelijke compensatie voor de onttakeling van de habitat van de Goudplevier. Daar zitten nu ‘s winters bijna de complete populaties van diverse steltlopers op een kluitje bijeen.

Bedreigde habitat
De West-Europese populatie van de Goudplevier wordt op 609.000 broedparen geschat (inclusief 300.000 paren op IJsland). Van het eind van de 19de eeuw tot halverwege de 20ste eeuw zijn de aantallen geweldig afgenomen. De soort verdween als broedvogel bijna geheel uit de Midden-Europese laagvlakte van België tot in Polen. In Groot-Brittannië en Finland zet de daling zich nog voort. De soort lijdt vooral onder de verdwijning en wijziging van zijn habitat. Herbebossing, zandwinning en ontwatering zijn de voornaamste gevaren die thans zijn leefomgeving bedreigen. Ook het opgeven van traditionele landbouwmethoden in met name de overwinteringsgebieden speelt een rol, net als watervervuiling en toenemende verstoring in de broedtijd.

Aantallen
Broedgevallen doen zich in Ons. land nog maar heel zelden voor. Wel passeren hierin voorjaar en herfst veel doortrekkers.ln Nederland zijn dan soms wel 400.000 dieren aanwezig. In zachte winters Wil een deel daarvan ook wel hier overwinteren, maar de meeste trekken verdertot in Noord-Afrika.

Leefgebied     De goudplevier
Het broedareaal van de Goudplevier is thans vrijwel beperkt tot IJsland, de Britse eilanden, Scandinavië, de Baltische staten, Noord-Rusland en Noordwest-Azië. In de herfst trekken de dieren naar West- en Zuid-Europa en Noord-Afrika, om te overwinteren.

Amerikaanse goudplevier
Aziatische roodborsttapuit
Bartrams ruiter
Blauwe kiekendief
Blonde tapuit
 bonte tapuit
B oomleeuwerik
boompieper
Boomvalk
De braamsluiper
bruinkopgors
buizerd
Engelse kwikstaart
Amerikaanse goudplevier
Aziatische roodborsttapuit
Bartrams ruiter
Blauwe kiekendief
Blonde tapuit
bonte tapuit
Boomleeuwerik
boompieper
Boomvalk
De braamsluiper
bruinkopgors
buizerd
Engelse kwikstaart
Amerikaanse goudplevier
Amerikaanse goudplevier
Aziatische roodborsttapuit
Aziatische roodborsttapuit
Bartrams ruiter
Bartrams ruiter
Blauwe kiekendief
Blauwe kiekendief
Blonde tapuit
Blonde tapuit
 bonte tapuit
bonte tapuit
Boomleeuwerik
Boomleeuwerik
boompieper
boompieper
Boomvalk
De braamsluiper
De braamsluiper
bruinkopgors
bruinkopgors
buizerd
buizerd
Engelse kwikstaart
Engelse kwikstaart
previous arrow
next arrow
fazant
geelgors
gele kwikstaart
goudplevier
graszanger
graszanger
grasmus
graspieper
graszanger
grauwe gors
grauwe kiekendief
grauwe klauwier
griel
Grijze wouw
Grote lijster
Grote pieper
grote trap
Grote trap
hop
ijsgors
Indigogors
Isabelklauwier
Isabeltapuit
Jufferkraan
fazant
geelgors
gele kwikstaart
goudplevier
graszanger
graszanger
grasmus
graspieper
graszanger
grauwe gors
grauwe kiekendief
grauwe klauwier
griel
Grijze wouw
Grote lijster
grote pieper
grote trap
Grote trap
hop
ijsgors
Indigogors
Isabelklauwier
Isabeltapuit
Jufferkraan
fazant
fazant
geelgors
geelgors
gele kwikstaart
gele kwikstaart
goudplevier
goudplevier
graszanger
graszanger
graszanger
graszanger
grasmus
grasmus
graspieper
graspieper
graszanger
graszanger
grauwe gors
Grauwe gors
grauwe kiekendief
Grauwe kiekendief
grauwe klauwier
Grauwe klauwier
griel
Grijze wouw
Grijze wouw
Grote lijster
Grote lijster
grote pieper
Grote pieper
grote trap
grote trap
Grote trap
Grote trap
hop
hop
ijsgors
ijsgors
Indigogors
Indigogors
Isabelklauwier
Isabelklauwier
Isabeltapuit
Isabeltapuit
Jufferkraan
Jufferkraan
previous arrow
next arrow
Kapische plevier
Kerkuil
Kievit
klapekster
Kleine klapekster
Kleine rietgans
kleine torenvalk
kleine trap
kleine zwartkop
kneu
koekoek
Koereiger
kolgans
kortteenleeuwerik
Kuifkoekoek
Kuifleeuwerik
Kwartel
kwartelkoning
Kuifkoekoek
Lannervalk
Lannervalk
mongoolse pieper
morinelplevier
nachtzwaluw
Kapische plevier
kerkuil
Kievit
klapekster
Kleine Klapekster
kleine rietgans
kleine torenvalk
kleine trap
kleine zwartkop
kneu
koekoek
Koereiger
kolgans
kortteenleeuwerik
Kuifkoekoek
Kuifleeuwerik
Kwartel
kwartelkoning
Kuifkoekoek
Lannervalk
Lannervalk
mongoolse pieper
morinelplevier
nachtzwaluw
Kapische plevier
Kapische plevier
 kerkuil
Kerkuil
Kievit
Kievit
klapekster
klapekster
Kleine Klapekster
Kleine klapekster
kleine rietgans
Kleine rietgans
kleine torenvalk
kleine torenvalk
kleine trap
kleine trap
kleine zwartkop
kleine zwartkop
kneu
kneu
koekoek
koekoek
Koereiger
Koereiger
kolgans
kolgans
kortteenleeuwerik
kortteenleeuwerik
Kuifkoekoek
Kuifkoekoek
Kuifleeuwerik
Kuifleeuwerik
Kwartel
Kwartel
kwartelkoning
kwartelkoning
Kuifkoekoek
Kuifkoekoek
Lannervalk
Lannervalk
Lannervalk
Lannervalk
mongoolse pieper
mongoolse pieper
morinelplevier
morinelplevier
nachtzwaluw
nachtzwaluw
previous arrow
next arrow
Ooievaar
Ortolaan
Ooievaar
Ortolaan
Ooievaar
Ooievaar
Ortolaan
Ortolaan
previous arrow
next arrow
error: Inhoud is beschermd