De Bruine lijster is een ondersoort van Naumanns lijster (Turdus naumanni), waarvan hij zich onderscheidt door de helderroodbruine vleugels en de krachtig zwartgevlekte borst en flanken. Hij broedt in Noord- en Midden-Siberië, overwintert verder zuidwaarts in Azië en is in die streken vrij algemeen. In West-Europa is hij maar zelden te zien.
Een van de kleurigste Aziatische lijsters
De Bruine lijster is ooit als zelfstandige soort (Turdus eunomus) beschreven, maar wordt tegen woordig vaak als ondersoort van Naumanns lijster (Turdus naumannl) opgevat. Ze mogen dan conspecifiek zijn (tot dezelfde soort behoren), ze zijn desondanks zo verschillend dat ze in vogelboeken vaak apart worden behan deld. Daarbij wordt de Bruine lijster vaak vergeleken met de Koperwiek, een algemene wintergast in onze streken.
Kenmerkende kleuren
De Bruine lijster heeft een heel contrastrijk verenkleed, waarin wit, zwart en roodbruin harmonisch combineren. Donkere, witgerande veertjes vormen een schubbenpatroon op rug, borst en flanken. Overigens hebben veel Turdidae wereldwijd zo’n stippelig kleed.Vrouwtjes lijken op mannetjes, maar zijn fletser van kleur. Jongen hebben minder rood in de vleugels en hun onderdelen zijn meer bruin- dan zwartgevlekt.
Evenwichtige voeding
Deze mooie lijster zoekt zijn voedsel vooral op de grond, waar hij wormen uittrekt of gevallen fruit eet. ‘s Zomers klautert hij op de takken waar hij jacht maakt op insecten zoals muggen en rupsen. ‘s Winters bezoekt hij boom gaarden en tuinen in meer bewoonde streken, waar hij bessen en andere vruchten van de takken van bomen snaait. De zaden uit die bessen worden onbeschadigd met de mest uitgescheiden. Zo draagt de Bruine lijster bij aan de verbreiding van bomen en struiken
Warm nest
In mei of juni, onmiddellijk na terug keer op de broedplaats, vormen de
Gewoonlijk broeden Bruine lijsters in bomen, maar. soms bouwen ze hun nest heel dicht bij de mensen.
Bruine lijsters broedparen. Ze bouwen nesten in loofbomen, op veilige hoogte boven de grond.
Zo’n nest is vrij simpel, maar wel voorzien van een zachte binnenbe kleding van bladeren en donsveertjes. Het vrouwtje legt meestal vier eieren, die vervolgens door beide oudervogels in ongeveer een maand worden uitgebroed.
Vrij sociaal gedrag
Hoewel de paren zich in de broedtijd afzonderen, leven Bruine lijsters ‘s winters niet zelden samen met andere lijsterachtigen in kleine troepjes bijeen. Op die manier zijn de vogels tijdens het foerageren beter beschermd tegen predatoren en andere gevaren die hen in de overwinteringsgebieden bedreigen.
Roep en zang
In de vlucht laat de Bruine lijster een hoge, gerekte roep horen, die meestal klinkt als een dubbel “dzie-dzie”. De alarmroep klinkt droger: “tsjak-tsjak”. Voor het contact met soortgenoten worden verschillende roepjes gebruikt. De zang bestaat uit een reeks fluittonen, besloten met zacht, langdurig gekwetter.
Een beetje naamkunde
De Latijnse naam voor de lijster, Turdus, wordt wel in verband gebracht met het Oudgriekse strouthos, ‘vogeltje’. De soortnaam naumanni is een eerbetoon aan Johann Andreas Naumann (1744-1829), die een boek over de vogels van Duitsland schreef. De ondersoort is mogelijk vernoemd naar Eunomus, een legendarische citerspeler uit Locri in Italië.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een lijster uit de Siberische toendra
De Bruine lijster leeft duizenden kilometers van ons vandaan in Siberië, waar hij in de ongerepte natuur aan de rand van de poolstreken gunstige broedgelegenheid vindt. Tegen de poolwinters is hij niet bestand. Daarom trekt hij in de herfst ver weg naar het zuiden om pas in de lente terug te keren.
Bijzonder ecosysteem
Het broedareaal van de Bruine lijster reikt verder noordwaarts dan dat van de typische ondersoort van Naumanns lijster. Deze laatste broedt in de taiga bossen van Siberië. De Bruine lijster komt daar ook voor, maar bezoekt hogere terreinen en de rand van de toendra, waar lage begroeiin gen met grassen, mossen en korstmossen worden afgewisseld met kreupelbosjes van berken, wilgen en populieren. De kou en deze vegetatie maken veenvor ming mogelijk. Dat veen vormt ‘s zomers een dikke, zompige laag, die wordt doorsne den door waterloopjes. Hier vinden talrijke trekvogels een gunstige woonomgeving.
Lngeafstandstrekker
Aan het eind van de zomer ontvluchten de Bruine lijsters hun broedparadijs, waar zich dan al de eerste vorstdagen aandie nen. In groepen trekken ze weg naar hun winterverblijven in het zuiden: in hoofdzaak naar Zuid-China, Zuid-Japan, Taiwan en Zuidoost-Azië (Thailand, Myanmar), deels verder naar het westen, tot in de Noord Indiase staat Assam, Nepal en Bangladesh. Alle Bruine lijsters keren het noorden de rug toe, ook de kersverse jongen. Maar vanaf april, deels.
Dwaalgast in Europa
Bruine lijsters bezoeken geregeld Rusland, maar in West-Europa zijn deze vogels maar zelden te zien. Ons werelddeel
valt ver buiten het natuurlijke leefgebied. Wel komen individuen soms per ongeluk in ons deel van Europa terecht, vooral
bij aanhoudende oostenwinden. Zulke verdwaalde, uitgeputte vogels duiken ‘s winters af en toe op in Frankrijk, Nederland en België, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en op de Britse Eilanden.
In Nederland en België
Uit Nederland en België waren tot voor kort alleen oude waarnemingen bekend: twee in Nederland (1899 en 1955), vijf in België (1845, 1853, 1905, 1906 en 1956). Maar op 6 januari 2009 is de soort bij Erezée in de Ardennen gezien.