De Bonte tapuit is maar heel af en toe in West-Europa te zien. De zangvogel broedt in steppegebieden in Zuidoost-Europa en vooral in Azië. De overwinteringsgebieden liggen in Noordoost-Afrika. Vooral tijdens de herfsttrek verdwalen soms losse exemplaren in West-Europa. Bonte tapuiten zijn hier vooral in duingebieden langs de kust te zien.
Een trekvogel die zich soms in de route vergist
De Bonte tapuit broedt in Zuidoost- Europa en in Azië. Hij overwintert in het zuiden van het Arabisch Schiereiland en in Oost-Azië. Maar door slecht weer of storingen in zijn oriënteringssysteem wordt hij af en toe naar West-Europa gedreven.
Geslachtsverschiilen
herkennen aan hun zwart-witte verenpak. De bruinachtige vrouwtjes lijken veel op die van de Blonde tapuit die in het hele Middellandse-Zeegebied voorkomt, al zijn die iets donkerder van kleur. In feite is de Bonte tapuit de oostelijke zustersoort van de Blonde tapuit In Bulgarije, waar beide soorten naast elkaar voorkomen, zijn gevallen van bastaardering niet zeldzaam.
Insectenjager
Het menu van de Bonte tapuit bestaat hoofdzakelijk uit insecten, waaronder veel mieren, kevers en rupsen. De vogels verspieden hun prooien vanaf een zitplaats (steen, lage struikjes of hoge kruiden) en vangen ze meestal op de grond na een korte aanvalsvlucht. In de nazomer en de herfst eten ze ook wel kleine vruchten. Zo bouwen ze vetreserves op, die de brandstof vormen tijdens de lange reis naar Afrika.
Goed verborgen nest
De Bonte tapuit bouwt zijn nest in holtes van rotsen of steile rivieroevers, of ook wel onder stenen en af en toe in gebouwen. Het nest is een kommetje van droog gras en worteltjes, dikwijls gevoerd met haren, wol of veren. Het vrouwtje legt er drie tot zes licht blauwe, bruingevlekte eieren in.
Opvallende balts
Tijdens het baltsceremonieel spreidt het mannetje zijn zwart-witte staaft breed uit, waardoor hij van verre te zien is. Hij voed ook zangvluchten uit, soms op grote hoogte. Eigenlijk is dat het enige moment waarop zijn zwarte ondervleugels te zien zijn. Mannetjes zitten heel zichtbaar te zingen om naburige mannetjes te laten zien dat ze heer en meester over hun territorium zijn.
Sober vrouwtje
Het mannetje is dus heel zichtbaar aanwezig, maar het bruine vrouwtje valt in haar leefomgeving veel minder op. Zij bouwt het nest en broedt zelf de eieren uit. Na een incubatieperiode van 13 of 14 dagen komen de jongen uit. Ze worden door beide ouders van voedsel voorzien Na twee weken worden ze vliegvlug en daarna leren ze om voor zichzelf te zorgen. Tegen het eind van de zomer zijn ze zover dat ze de trektocht naar Afrika kunnen volbrengen.
Voedsel
De Bonte tapuit is insectivoor. Hij vangt zijn prooien meestal op de grond, soms op struiken; nog minder vaak in de vlucht.
Classificatie
De Cyprische tapuit (Oenanthe cypriaca) werd vroeger als een lokale vorm van de Bonte tapuit beschouwd, maar is tot zelfstandige soort verheven. Uiterlijk houdt hij het midden tussen de Bonte en de Blonde tapuit.
Verwante soorten
Van de talrijke tapuiten uit het geslacht Oenanthe broedt er maar een (Oenanthe oenanthe) in ons land; vandaar zijn huis-tuin-en keukennaam Tapuit. Ook de Roodborsttapuit broedt in ons land, maar die behoort tot het geslacht Saxicola. Behalve de Bonte tapuit komen hier nog drie andere Zuid-Europese of Aziatische Oenanthe-soorten als dwaalgast voor: de Blonde tapuit (0. hispanica), de Isabeltapuit (0. isabellina) en de woestijntapuit (0. desertj) In de winter zijn ze lastig uit elkaar te houden; de mannetjes lijken dan veel op hun saaigekleurde bruine vrouwtjes.
Â
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een steppenomade met één voet in Europa
Bonte tapuiten broeden vooral in steppegebieden en op stenige, schaars begroeide heuvels en hoogvlakten in Centraal-Azië. De mannetjes zitten daar buiten de dekking opvallend te zingen. In de herfst, wanneer de insecten schaars worden, trekken de dieren naar Afrika. Tijdens de trek verdwaalt af en toe een exemplaar in West-Europa.
Lange trekbanen
Bonte tapuiten trekken van augustus tot in oktober uit hun broedgebieden weg. De trek vindt plaats over een zeer breed front. De Europese en West-Aziatische broedvogels trekken via Turkije, Palestina en Egypte naar Noordoost-Afrika. De meest oostelijke populaties (uit Mongolië en China) hebben datzelfde reisdoel, maar volgen trekroutes door Pakistan, Afghanistan, Iran, het Midden-Oosten en het Arabisch Schiereiland. Dat is bijzonder, want andere Aziatische trekvogels overwinteren veelal in Zuid-Azië. De Bonte tapuit heeft een voorkeur voor rotswanden, puinhellingen en stenige steppen. Bonte tapuiten trekken net als veel andere zangvogels ‘s nachts, waarbij ze zich oriënteren op de sterren. Hoe ze dat doen,is een nog altijd niet volledig opgehelderd fenomeen. Overdag maken ze tussenlandingen op pleisterplaatsen waar ze eten, een bad nemen en slapen. Van maart tot in mei keren ze terug naar de broedgebieden. De mannetjes arriveren daar een of twee weken eerder dan de vrouwtjes om hun territoria in bezit te nemen.
Status van de soort
De Bonte tapuit is wijdverspreid in de weinig bezochte streken van Centraal-Azië, Daarom is er over de status van de socrt weinig bekend. De broedpopulatie in Bulgarije lijkt zich uit te breiden. In Europa is de soort beschermd.
Van de zeekust tot in gebergten
De keuze van een territorium wordt eerder bepaald door het karakter van de leefomgeving dan door de hoogte boven zeeniveau. Bonte tapuiten broeden van zeeniveau (in graslanden op klifkusten) tot meer dan 3000 m hoogte (in korte graslanden en stenige bodems boven de boomgrens). Ze hebben kale grond nodig, waar ze goed op insecten kunnen jagen, maar ook hoge zitplaatsen en holen waarin ze hun nest kunnen verbergen. Ze vestigen zich ook wel aan de rand van agrarische gebieden, mits die aan genoemde voorwaarden voldoen.
Winterverblijven
Van september tot in november begeven de Bonte tapuiten zich naar winterkwartieren op de savanne of op brandvlakten, droge akkers, geploegd land en zandige plaatsen met rotsen en struiken. Hier zijn ze minder schuw dan in de broedgebieden; in de binnensteden bezoeken ze zelfs tuinen. Het overwinteringsgebied reikt tot Noord-Tanzania, al trekken sommige vogels niet verder dan Jemen.
Waar zie je ze?
Broedende Bonte tapuiten zijn in Zuidoost-Europa te vinden. De beste plek is misschien wel Kaap Kaliakra in Bulgarije. In de trektijd laten de vogels zich zien in Turkije, Israël en Saoedi Arabië. ‘s Winters zijn ze vrij algemeen in Ethiopië en Kenia.