De Bastaardarend is alle eeuwen door een fascinerende vogel geweest. Hij diende de Romeinen als overwinningssymbool en de Tartaren als jachtgezel. Het is een forse, volle dig bruine roofvogel met enorme, brede vleugels. Hij broedt in Oost-Europa en Noord-Azië en overwintert in subtropische streken. In West-Europa treedt hij alleen als dwaalgast op.
Een forse, effen bruine arend
Mede door zijn bijzonder brede vleugels is de Bastaardarend een nog indrukwekkender verschijning dan de eveneens effen bruine, nauw verwante Schreeuwarend. Andere arenden zijn vaak donkerbruin en hebben meer of minder wit op en onder de vleugels. Dat laatste is overigens ook het geval bij jonge Bastaardarenden.
Energierijke kost
Bastaardarenden eten uitsluitend vlees. Ze maken vooral jacht op kleine zoogdie ren zoals woelmuizen, ratten, hamsters, mollen en soesliks of Aziatische knaag dieren. Maar ook kleine tot middelgrote vogels, amfibieën, reptielen, vis en zelfs
grote insecten staan op hun menu. ‘s Winters en op andere momenten dat prooidieren schaars zijn, nemen Bastaardarenden ook genoegen met aas.
Opmerkelijke jager
De Bastaardarend is een echte jager en wordt dus niet voor niets al eeuwen door mensen afgericht. De Tartaren joegen met Bastaardarenden op grote zoog dieren als hazen, vossen, antilopen en zelfs wolven! Meestal zetten de ruiters de arend voor zich op de zadel boom en lanceerden ze hem wanneer de gewenste prooi in zicht was gekomen. Bastaardarenden beschikken over verschillende jachttechnieken. Het vaakst loeren ze vanaf een hoge uitkijkpost in de buurt van een meer, een rivier of ander water op prooien. Zien ze een slachtoffer, dan laten ze zich omlaag glijden en duiken ze erbovenop. Soms verspieden ze hun prooien vanuit de lucht in zweefvlucht boven open terrein. Verder plunderen ze vogelnesten door op de grond achter nest jongen aan te rennen die het vliegen nog niet machtig zijn. De Bastaardarend stort zich meestal na een zweefvlucht op zijn prooi. Deze jonge vogel is herkenbaar aan het wit op vleugels en staartbasis.
Broedgewoonten
Al vroeg in mei beginnen Bastaard arenden nesten te bouwen, meestal 8 tot 12 m boven de grond in hoge bomen, maar op de steppe ook wel in struiken en in bergachtige streken op richels van rotswanden. Vaak restaureert het broedpaar een oud roofvogelnest en anders bouwt het stel samen een nieuw, groot platform van takken, dat daarna met gras en andere planten comfortabel wordt gemaakt. In de loop van mei legt het vrouwtje meestal twee, soms drie grijswitte eieren die ze zelf in ongeveer zes weken uitbroedt. Het mannetje zit nooit op de eieren. Hij neemt de taak op zich het vrouwtje van voldoende eten te voorzien. Beide ouders dragen bij aan het voederen van de jongen, die hun eerste vlucht maken als ze negen weken oud zijn.
Vliegtechniek
Wanneer Bastaardarenden zich in zweef vlucht verplaatsen, houden ze de vleugels horizontaal en brengen ze de handpennen iets naar voren. In slagvlucht bewegen ze de vleugels krachtig en snel. De vogels vliegen vaak erg hoog, wat aanleiding gaf tot veel legenden. De Romeinen zagen de Bastaardarend als boodschapper van hun oppergod Jupiter en als symbool van de overwinning. Vandaar dat hij met geheven vleugels op alle veldtekens (aquilae) prijkte.
Geluid
De Bastaardarend is doorgaans zwijgzaam, maar op de broedplaats hoor je hem vaak op hoge toon als jonge hondjes keffen (“kiejèk-kiejèk”), of op lagere toon blaffen.
Verwante soorten
De Keizerarend (Aquila heliaca) en de Steppearend (Aquila nipalensis) zijn met de Bastaardarend vergelijkbare soorten die ook in Oost-Europa en Azië broeden, maar iets zuide lijker en in droger terrein. Ze zijn donkerbruin met een lichter vleugeldek en houden hun wieken bij het zweven vlak of iets omlaag.
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een machtige maar kwetsbare arend
De Bastaardarend broedt in Oost-Europa en Azië. In West-Europa is hij een zeldzame dwaalgast. ‘s Winters is de vogel vaker plaatselijk in het Middellandse-Zeegebied zien, bijvoorbeeld in de Franse Camargue. Hij is gebonden aan bosachtige en moerassige streken en lijdt onder aantasting en vernietiging van zijn habitat.
Vooral in bossen en aan waterkanten
De Bastaardarend is een bosvogel. Meestal hangt hij rond in broek- en ooi bossen bij moerassen en langs plassen, meren en rivieren, al zwerft hij vandaaruit vaak akker- en weidegebieden binnen. Ook’ s winters zit hij graag op vochtige plaatsen zoals moerassen, mangrove bossen en rivieroevers. Maar hij vestigt zich ook wel in steppegebieden en halfwoestijnen, op voorwaarde dat er verspreid bomen en struiken groeien. De Bastaardarend houdt zich bij voorkeur op in vochtige bossen aan waterkanten.
Van Polen tot Mandsjoerije
De Bastaardarend heeft een omvangrijk broedareaal dat zich uitstrekt van Polen en Oekraïne via Noord- en Midden-Rusland, Kazachstan, Siberië en Mongolië tot Noordoost-China en Mandsjoerije. Het is niet onwaarschijnlijk dat de soort vroeger ook in West-Europa voorkwam.
Aantallen
In veel landen nemen de aantallen Bastaardarenden af. De wereldpopulatie wordt op minder dan 10.000 broed paren geschat waarvan er in Rusland misschien 3000 paren broeden en in de rest van Europa minder dan 900 (waarvan 170 in Wit-Rusland).
‘s Winters in het warme zuiden
Laat in september vertrekken de meeste Bastaardarenden om te overwinteren naar het warme zuiden. Sommige populaties trekken naar Zuid-Europa en Afrika, andere naar Zuid-Azië. Over de trek is weinig bekend, maar blijkbaar reizen de dieren vaak in groepjes. In Afrika strijken ze in Egypte, Soedan en Ethiopië neer. In het Nabije en Midden-Oosten komen ze ‘s winters in Jemen, Saoedi-Arabië, Syrië, Irak, Iran en Turkije voor. Verder in Azië overwinteren ze van Pakistan en Noord India via Nepal tot in Oost-China en Vietnam. In Europa wordt de soort alleen in de zuidelijke Balkanlanden, de Povlakte en de Franse Camargue geregeld als wintergast gezien.
Bezig te verdwijnen
De Bastaardarend staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst van de IUCN. Hij wordt be dreigd door bejaging, nestverstoring en de geleidelijke verdwijning van zijn habitat als gevolg van ontwatering van moerassen, ontbossing en intensivering van de land bouw. Bijkomend probleem is dat Bastaard arenden makkelijk bastaarderen met Schreeuwarenden, waardoor de soort onherkenbaar dreigt te worden.
Waar zie je ze
Alleen in de Camargue en de Povlakte is de Bastaardarend ‘s winters met enige regelmaat te zien. Elders in West-Europa is hij dwaalgast. Hier wordt hij vooral in rivierdalen en plassenrijke gebieden gezien. Soms overwintert er een exemplaar in het Lauwersmeer of in Flevoland (Oostvaardersplassen)
Leefgebied De Bastaardarend
De Bastaardarend broedt in Oost-Europa en koel-gematigd Azië van Polen tot Mandsjoerije. Hij overwintert in Zuid-Europa, Noordoost-Afrika, het Nabije en Midden-Oosten en verder ilJ Zuid-Azië.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.