Het Bankivahoen is de wilde stamvorm van de Huiskip. Het is een vrij klein boshoen, waarvan de hanen in een prachtig glanzend, veelkleurig verenkleed gestoken zijn. Het huiskippenras 'Gauloise dorée' heeft veel kenmerken van de stamvorm behouden. In het wild wordt de soort bedreigd door beisging. aantasting van zijn habitat en genetische vervuiling.
De wilde stamvorm van ornze kip
Het Bankivahoen lijkt in veel opzichten op de Huiskip, waarvan hij de stamouder is. De haan draagt in de voortplantingstijd een kleurig prachtkleed met een rood gouden sierkraag en een fraaie boogstaart van sikkel- en lancetvormige veren. Bovendien heeft hij dan een sterk ontwikkelde, knalrode vlezige kam op de kop en net zo rode lellen eronder. Hennen en jonge vogels zijn minder opvallend streperig roodbruin-met-zwart en hebben bruine vleugels en een bruine staart.
Graag aan bosranden
Dit wilde boshoen komt in heel verschil lende habitats voor, op vlakke of hellende gronden, van de zeekust (met inbegrip van mangrovebossen) tot op 2000 m hoogte. Wel heeft hij een duidelijke voorkeur voor bosranden en secundaire, lichte jungle-bossen. In enkele gebieden waar hij algemeen voorkomt, is hij ook op rubber-en cacaoplantages te vinden. De op Réunion ingeburgerde Bankivahoen ders hebben zich uit vrees voor de jagers teruggetrokken in afgelegen bossen. Ze vertonen zich alleen nog in de ochtend en avondschemering aan de bosrand. Overigens is de soort daar nu beschermd.
Gevarieerd voedsel
Bankivahoenders zijn opportunistische eters, die bijna omnivoor kunnen worden genoemd. Ze eten zaden, kiemplanten, vruchten en kleine ongewervelden, waaronder kevers, mieren en termie ten en hun larven. Ze laten hun voed selkeuze afhangen van de seizoenen en de beschikbare voedselbronnen. Ze foerageren op de grond. Ze woelen en krabben in de strooisellaag en pikken daaruit op wat eetbaar is.
Polygamie
In het voorjaar worden de hennen broeds (op Réunion van september tot december, dus vóór het aanbreken van de zuidelijke zomer). Sterke hanen zijn polygaam en worden vergezeld door
Bankivahennen verzorgen hun jongen drie maanden en verjagen ze daarna uit het territorium. vier of vijf hennen. De nesten zijn niet meer dan kuiltjes in de grond, die met bladeren en gras zijn bekleed. Ze liggen goed verscholen in de begroeiing, vaak in een dicht bamboebosje of in een bosrand grenzend aan een suikerrietveld.
Kuikens verjaagd
Elke hen legt vijf of zes roomwitte eieren, die ze zelf in 18 tot 20 dagen uitbroedt. De jongen hebben een donskleed dat binnen vijf weken wordt vervangen door een jeugd kleed van normale veren. Op de leeftijd van 12 weken worden ze door hun moeder verjaagd. Ze moeten dan een eigen toom stichten of zich bij een andere groep aansluiten. De hanen worden
al na vijf maanden geslachtsrijp; de hennen hebben meer tijd nodig.
Territorium
Buiten de broedtijd vormen Bankivahoenders troepjes van enkele tientallen dieren van hanen en hennen door elkaar, maar wel met een hiërarchische opbouw. Pas in het voorjaar gaan de hanen zich territoriaal gedragen. Ze markeren hun territorium dan met gekraai dat lijkt op dat van tamme hanen (“kukelekuu”l, maar schriller klinkt en een kortere eindlettergreep heeft.
Rui
Na de broedtijd verwisselen Bankivahanen hun prachtkleed voor een minder uitbundig eclipskleed. De sikkelvormige staartveren vallen uit, de lancetvormige stuitveren worden vervangen door afgeronde veren en de gouden kraag wordt donker en kort. De kam en de lellen krimpen en vergrauwen. De haan houdt dit kleed drie maanden.
Verwante soorten
Het geslacht Gallus behoort tot de fazanten familie Phasianidae. Het telt nog drie andere soorten: het Ceylon hoen (G. lafayetti, het Sonnerat-hoen (G. sonneratii) en het Vorkstaarthoen (G. varius).
Ecologie en bedreigingen voor de soort
Een voorouder die bescherming nodig heeft
Het 8ankivahoen is de stamvorm waaruit alle gekweekte rassen van onze Huiskip zijn voortgekomen. In Zuidoost-Azië komt hij nog steeds in het wild voor, maar de soort wordt daar bedreigd door jacht, habitatvernietiging en bastaardering met gekweekte kippen.
Honkvaste vogels
Het Bankivahoen is een strikte standvogel, zowel in zijn oorsprongsgebied Zuidoost Azië als overal waar hij is ingeburgerd. In de broedtijd zijn de hanen territoriaal ingesteld Ook in andere seizoenen verplaatsen deze vogels zich weinig. Alle gekweekte rassen van de Huiskip stammen af van het Bankivahoen.
Stamvorm van de Huiskip
Met de domesticatie van deze hoender vogel zijn mensen in Azië of misschien in Nieuw-Guinea al 7000 jaar geleden begonnen. Door eeuwenlange selectie zijn alle (200) bestaande rassen van de Huiskip uit deze ene stamoudersoort ontstaan. Overigens zijn ook enkele genen van het Indonesische Vorkstaarthoen (Gallus varius) in de Huiskip aangetoond; ook met die vogel moet dus gekruist zijn. De kweekvormen worden soms als aparte soort (Gal/us domesticus) opgevat. Toch bestaan daarvoor genetisch gezien geen goede redenen.
Aantallen
Over de omvang van de wereldpopulatie bestaan geen betrouwbare schattingen, maar de soort is binnen zijn grote areaal (5,1 miljoen km2) in Zuid-Azië algemeen of tenminste plaatselijk algemeen. Wel nemen zijn aantallen duidelijk af.
Halfwilde vormen
Binnen het oorspronkelijke areaal doen zich tussen gekweekte rassen en de wilde vorm gevallen van hybridisatie voor. Een bruikbaar kenmerk van de zuiver wilde vorm is dat de hanen na de broedtijd een bijzonder eclipskleed krijgen, dat ten onrechte ook ‘zomerkleed’ wordt genoemd. In diverse streken waaronder Polynesië, Hawaii en Florida treedt bij verwilderde Huiskippen geregeld terugval naar de voorouderlijke vorm op.
Serieuze bedreigingen
op Réunion is het Bankivahoen nu beschermd, maar wereldwijd wordt de soort niet als bedreigd gezien (de Rode Lijststatus is Least Concern) Toch vormen de jacht, de aantasting van de leefomge ving en genetische vervuiling door kruisin gen met Huiskippen serieuze bedreigingen.
Ingeburgerd op Réunion
Het Bankivahoen is opzettelijk ingevoerd op het eiland Réunion, ongetwijfeld met het oogmerk erop te gaan jagen. Naar het schijnt zijn wilde vogels uit Indochina daar aan het eind van de 19de eeuw bij Bras Panon uitgezet. Daaruit is in de heuvels aan de oostkant va n het eiland een ingeburgerde populatie ontstaan. De soort is ook op het naburige Mauritius ingevoerd, maar is daar nooit ingeburgerd.
Ondersoorten
Bij het Bankivahoen (alias Rood kamhoen) onderscheidt men naast de nominaatvorm Gallus gallus galluS
(uit Myanmar) nog de ondersoorten G. g. bankiva (uit Indonesië), G. g. jaboui/lei (uit Indochina) en G. g. murgki
(uit India).
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.